3. Geen inhouding van bedragen terzake van aanspraken bij ouderdom en overlijden vindt plaats voor zover tijd niet raeetelt als pensioen- diensttijd en op uitkeringen bedoeld in artikel 4a, alsmede in de gevallen bedoeld in de laatste volzin van artikel 18, vierde lid. Paragraaf 2 Aanvraag en toekenning van uitkering en nensioen Toekenning uitkering en pensioen Artikel 60 Burgemeester en wethouders beslissen over de toekenning van een uitkering of een pensioen op schriftelijke aanvraag door of vanwege de betrokkene, dan wel ambtshalve. Vrijdom van leges Artikel 61 De stukken waarvan overlegging door burgemeester en wethouders nodig wordt geoordeeld, zijn ingevolge artikel 158 juncto artikel 111 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers vrij van leges. Paragraaf 3 Ingang en einde van de pensioenen Ingang eigen pensioen Artikel 62 Het eigen pensioen gaat in met de dag waarop het recht daarop ontstaat. Ingang nabestaanden- en wezenpensioen en tijdelijk pensioen Artikel 63 1. Het nabestaanden- en wezenpensioen gaat in met de dag, volgende op die van het overlijden van hem aan wie het wordt ontleend. 2. Het tijdelijk pensioen gaat in met een door burgemeester en wethouders te bepalen dag. Ingang hersteld pensioen Artikel 64 Wanneer een vervallen recht op pensioen geheel of gedeeltelijk wordt hersteld, gaat het pensioen in met de eerste dag van de maand waarin het herstel heeft plaatsgevonden. Einde pensioen Artikel 65 1. Elk pensioen eindigt met het einde van de maand waarin de rechthebbende is overleden. Ingeval van vermissing van de rechthebbende eindigt het pensioen met een door burgemeester en wethouders te bepalen dag. 29

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1996 | | pagina 42