- Het toezicht op de gemeentelijke planvormen en procedures wordt afhanke-
lijk van het al dan niet vaststellen van een structuurplan. Wanneer een
structuurplan een centrale positie krijgt in de gemeentelijke ruimtelij-
ke ordening, betekent dat ook een formele vorm met een complete procedure
inzake overleg, bezwaar en goedkeuring. Het gevolg hiervan zal zijn dat
geen overleg met rijk en provincie meer plaats beboeft te vinden over
bestemmingsplannen die passen in het structuurplan. De goedkeuring van
een bestemmingsplan kan in dat geval vervangen worden door een melding
aan G.S. Ook kunnen in die situatie geen bedenkingen meer worden inge-
bracbt bij G.S. Dat moet men doen bij de procedure voor het structuur
plan.
Wei moet er een mogelijkheid zijn voor G.S. om wanneer de gemeente zich
niet aan het structuurplan houdt, in te grijpen en alszodanig het besluit
van de gemeenteraad na overleg te vervangen.
- De procedure voor bestemmingsplannen die niet passen in het structuurplan
of indien geen structuurplan is vastgesteld zullen worden vereenvoudigd,
wanneer het overleg op grond van art. 10 Bro positief is afgerond en geen
bedenkingen door derden zijn ingebracht.
- Ook de vrijstellingsprocedure wordt vereenvoudigd wanneer de voorgestelde
afwijking past in het structuurplan en geen sprake is van een bovenlokaal
belang
Wij hebben tegen deze voorstellen in beginsel geen bezwaar. Er dient echter
wel duidelijkheid te worden gegeven over de vraag wat onder bovenlokale
belangen wordt verstaan. In beginsel dient het uitgangspunt te zijn dat de
gemeente, als de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat, de
regierol op dit taakonderdeel dient te behouden. Ook dient te worden
gewaakt voor uitholling van de gemeentelijke autonomie op dit gebied.
Voorts merken wij op, dat de huidige regelgeving duidelijke bepalingen
bevat omtrent de betrokkenheid van de burgers bij het opstellen van plannen
en de uitwerking daarvan. Bij de verdere uitwerking van de voorstellen
dient er op te worden toegezien dat hieraan geen tekort wordt gedaan.
Tenslotte hebben wij moeite met de eis van een structuurplan. In de
praktijk is gebleken dat vooral voor gemeenten met een omvang als de onze
een structuurplan wordt ervaren als een log en traag instrument. Met een
structuurschetszoals onlangs door Leeuwarden is vastgesteld en die
periodiek kan worden aangepast, zou moeten kunnen worden volstaan.
e. Verdeelsystematiek volkshuisvestingstads- en dorpsvernieuwing en
monumentenzorg
De beschikbare budgetten worden momenteel verdeeld door de provincie op
grond van projecten of naar regio's (BWS)Voorgesteld wordt door de
stuurgroep de middelen te bundelen in een brede doeluitkering aan de
gemeenten. De provincie krijgt hierin een verdeelrol. Voor de verdeling
zullen voor een deel criteria worden vastgesteld op basis van de doelstel-
ling van de regelingen. Voor een ander deel houdt het toekennen van gewicht
aan de afzonderlijke elementen een bestuurlijke afweging in, met name voor
wat betreft de ruimtelijke aspecten. De provincie herziet 66nmaal per vier
jaar de verdeling van de middelen over de gemeenten, op basis van de
criteria.
De provincie is verantwoording schuldig aan het rijk omtrent de besteding
van de middelen. Dit betekent dat de provincie een globaal en repressief
toezicht houdt op de besteding van de middelen door de gemeenten.
Er zal geen taak meer zijn voor de WGR-regio's. Door de brede aanpak zal
een grotere verantwoordelijkheid bij de gemeenten worden gelegd.