3. De in het eerste lid bedoelde toezichthouders zijn bevoegd elke plaats
te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de
bewoner
Artikel 23: Controle
Burgemeester en wethouders controleren tenminste 66nmaal per jaar de
houders op naleving van de verordening.
Artikel 24: Overgangsbepalingen
1. Een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dienen alle houders
van kindercentra en gastouderbureaus te voldoen aan de in of krachtens
deze verordening gestelde eisen.
2. Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend onder de werking van de
Verordening "Kinderopvang" d.d. 21 juli 1994 blijven nog gedurende 66n
jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een
aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de Verordening
"Kinderopvang" d.d. 21 juli 1994 is ingediend en voor het tijdstip van
inwerkingtreding van deze verordening niet op die aanvraag is beslist,
wordt daarop deze verordening toegepast.
Artikel 25: Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking op 1 September 1996.
2. De Verordening "Kinderopvang" d.d. 21 juli 1994 wordt ingetrokken op de
in het eerste lid bedoelde datum, met dien verstande dat de verordening
gedurende 66n jaar onverkort van kracht blijft ten aanzien van kinder-
centra en gastouderbureaus die een op deze verordening gebaseerde ver
gunning hebben.
Artikel 26: Citeerartikel
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening "Kinderopvang"
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
in zijn openbare vergadering van
29 augustus 1996,
de secretaris
ngma)
(Mr. C. Bijl)
8