Artikel 9 Termi.inen van betalinq De aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen steeds twee maanden later. Artikel 10 Machtiqinq tot overdracht van bevoeqdheden 1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar. 2. Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen, die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van de reinigingshef- fingen. Artikel 11 Verzendina van aanslagen Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten, ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 (Stb.221) voor de betrokken in artikel 212, tweede lid, van de Gemeentewet _Stb.l994, 762) bedoelde ambtenaar een andere gemeenteambtenaar in de plaats treedt. Artikel 19 Nakoaing van verplichtingen De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47,49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemees ter en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeenmtelijke belas- tingen. Artikel 20 Rente 1. Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van de reinigingsheffingen. 2. De ministeriele regeling bedoeld in artikel 31 van dp Invorde ringswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing. Artikel 20 Inwerkinetreding en citeertitel 1. De 'Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten' 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1996 | | pagina 58