Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in
de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aan-
vraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb.1994,
762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de
bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Machtiginq tot overdracht van bevoegdheden
1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het
verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het
verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste
een jaar.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer
gemeenteambtenaren aanwijzen die in zijn plaats treden met be
trekking totde uitvoering van enig wettelijke bepaling betref-
fende de heffing en invordering van de leges.
Artikel 11 Nakomino van verplichtingen
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene
wet inzake rijksbelastingen (Stb.1959, 301) en in de artikelen 58 en
60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing
verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 264a
van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burge
meester en wethouders aangewezen ambtenaar van de gemeentelijke
belastingen.
Artikel 12 Rente
1. Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake
invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van de
onroerende-zaakbelasting.
2. De ministeriele regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorde
ringswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing.
Artikel 13 Inwerkinqrtreding, overqangsbepalinq en citeertitel
1. De 'Legesverordening' van 23 november 1993, goedgekeurd bij
besluit van Gedeputeerde Staten van 7 januari 1994, nr. BW93-
68464, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid
genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat
zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die
datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag
na van die bekendmaking.
3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde,
blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verorde
ning ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van
de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de
tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor
zover terzake daarvan de heffing van de leges in die periode