4 In afwijking van de vorige twee leden en onverminderd artikel 67 zijn burgemeester en
wethouders bevoegd tot terugvordering of verrekening van te veel betaalde bedragen, indien de
herzieningsbeslissing, onderscheidenlijk de wijzigingsbeslissing is genomen binnen vier maanden
na de dagtekening van de herziene beslissing, onderscheidenlijk binnen vier maanden nadat
burgemeester en wethouders bericht hebben ontvangen van wijziging in de feiten.
5 Herstel van een beslissing als bedoeld in artikel 72, lid 3, binnen vier maanden na de
dagtekening van de herstelde beslissing, leidt tot terugvordering of verrekening van te veel
betaalde pensioenbedragen Herstel van een beslissing, als bedoeld in de vorige volzin, na de
daargenoemde termijn, leidt slechts tot terugvordering of verrekening van te veel betaalde
pensioenbedragen, indien de betrokkene redelijkerwijze had moeten begrijpen, dat hem te veel
werd uitbetaald.
HOOFDSTUK II OVERGANGSBEPALINGEN
Intrekking geldende verordening
Artikel 74
1. In afwijking van artikel 41, zoals dat artikel ingevolge de zesde wijziging is komen te
luiden, blijft ten aanzien van de in het tweede lid bedoelde personen van toepassing artikel
41, zoals dat als artikel 31 luidde op de dag voor 13 juli 1988.
2. De in het eerste lid bedoelde personen zijn:
a. degenen die voor 1 januari 1986 recht op eigen pensioen hebben verkregen dan
wel de leeftijd van zestig jaar hebben bereikt;
b. nabestaande en wezen die recht op pensioen hebben ontleend aan het overlijden
van een persoon die voldeed aan een voorwaarde gesteld onder a, dan wel recht
op dat pensioen hebben verkregen voor 1 januari 1986.
3. Ten aanzien van de in het tweede lid bedoelde personen wordt niet onder pensioen
begrepen de toeslag, bedoeld in de artikelen 36 of 37.
Artikel 75 (vervallen)3
Toepasselijkheid van deze verordening
Artikel 76
De met ingang van een datum, voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze
verordening, aan gewezen wethouders en aan nabestaanden en wezen toegekende uitkeringen en
pensioenen worden met ingang van dat tijdstip geacht krachtens deze verordening te zijn
toegekend.
3 Dit artikel kan vervallen indien er geen (gewezen) wethouders meer in leven
zijn die voor 1 januari 1966 wethouder waren, dan wel er nog nabestaanden in leven
zijn die nog rechten hebben. Zo niet, dan dient de tekst van het oude artikel 66
gehandhaafd te blijven.
36