daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grond- slagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een per- ceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoude- 1ijke afvalstoffen geldt. Artikel 4 Belastinqplicht 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feite lijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aan- gemerkt: a. degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krach tens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel; b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afge- staan: degene die dat gedeelte ten gebruik heeft afge- staan. Artikel 5 Maatstaf van heffinq en belastinqtarief De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgeno- men in hoofdstuk 1 van de bij de verordening behorende tarieventabel. Artikel 6 Belasting.iaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar Artikel 7 Wi.ize van heffinq De belasting wordt bij wege van aanslag geheven Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffinq naar ti .idsgel anq 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aan- vangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeel- ten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog voile kalender- maanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ein- digt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde ge- deelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog voile kalen- dermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing min der bedraagt dan f 20,--. 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1997 | | pagina 113