c. die door de 'Stichting sociale honden voor gehandicapten Neder-
land' als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking
zijn gesteld;
d. die in een hondenasiel verblijven, indien de eigenaar van een
dergelijke inrichting houder is van een vergunning als bedoeld
in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming (Wet van 25
januari 1961, Stb19)
e. die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gebouden door een
houder met een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op
de dierenbescherming.
Artikel 4 Maatstaf van heffinq
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 5 Belastingtarief
1. De belasting bedraagt per belastingjaar:
a. voor een eerste hond f 85,--;
b. voor een tweede hond 170,--;
c. voor iedere hond boven het aantal van twee f 170,--.
2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de
belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregis-
treerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Neder-
land, f 255,-- per kennel.
3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichti-
ge schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te
stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit
bedrag lager is dan het op voet. van het tweede lid bepaalde
bedrag.
Artikel 6 Belastinq.iaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wi.ize van heffinq
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven
Artikel 8 Aanqifte
1. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar dan
wel het aantal honden dat door de bel astingpl ichtige wordt ge
houden wijziging ondergaat, moet de bel asti ngpli chti ge binnen
veertien dagen na het tijdstip waarop de belasti ngpli cht is ont-
staan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevon-
den, bij het college van burgemeester en wethouders verzoeken om
te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
2. De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van
het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of
aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar
een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop
van die zes maanden bij het college van burgemeester en wethou-
16