van de belastingplicht bepalend is voor het resterende tijdvak
in het betreffende belastingjaar
Artikel 4 Belasting.iaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 5 Wi.ize van heffing
Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 6 Aangifte
De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het
belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet
binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar een aanslag is
opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die zes maanden
bij het college van burgemeester en wethouders een verzoek in te
dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar
ti.idsgel ang
1. Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is verschuldigd
bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de
aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aan-
vangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten
van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaarna
de aanvang van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden
overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ein-
digt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde ge
deelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat
jaar na het einde van de belastingplicht, nog voile kalender
maanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder
bedraagt dan 20,--.
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de
belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een
ander perceel in gebruik neemt.
5. Belastingbedragen van minder dan f 20,-- worden niet geheven.
Artikel 8 Termi.inen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan
de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand
die in de dagtekening van het aanslagbiljet is Vermeld en elk van de
volgende termijnen telkens twee maanden later.
Artikel 9 Machtigina tot overdracht van bevoegdheden
1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het
verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het
25