verificatie/validerina 20. Na het aanleveren van de gegevens door de aanvrager worden de juist- heid en volledigheid daarvan onderzocht. Pas na afronding van dit on- derzoek wordt besloten tot (definitieve) bijstand. De gegevens worden gecontroleerd aan de hand van de getoonde bewijs stukken (verificatie) of van gegevens waarover derden beschikken (vali- dering). Deze derden zijn overigens grotendeels externe organisaties die volgens de artikelen 121 en 122 Abw verplicht zijn om de voor de uitvoering van de wet noodzakeiijke gegevens te verschaffen, zoals bijv. werkgevers, belastingdienst, ziektekostenverzekeraars, pensioenfondsen, bedrijfsver- enigingen, nutsvoorzieningen, verhuurders van woningen en arbeids- voorziening. aeaevensuitwisselina 21. Voor een efficients en effectieve validering is nodig dat op landelijk ni veau afspraken worden gemaakt over kwaliteit van de uit te wisselen gegevens, toegankelijkheid en toepassing van geautomatiseerde data- communicatie en de kosten. Een landeiijke Regiegroep gegevensuitwis- seling, ingestefd in het kader van het bijstandsakkoord tussen rijk en VNG, is doende met het opzetten van een infrastructuur. Meer concreet wordt gedacht aan het opzetten van een Inlichtingenbu- reau, dat ais taak heeft het faciliteren van de gestructureerde gegevens- uitwisseiing tussen sociale diensten en externe bronnen. De gegevens- uitwisseling zal plaatsvinden door middel van beschreven minimale ge- gevens-sets, waarbij het aantal gegevens niet meer is dan nodig voor een effectieve controle. In afwachting van de landeiijke ontwikkelingen zal de gemeente geen tijd en geld besteden aan het ontwikkelen van algemene gegevensuitwisse- ling met externe bronnen. De meest recente stand van zaken m.b.t. het Inlichtingenbureau, is overigens dat op korte termijn niet wordt overge- gaan tot invoering hiervan. Het bevragen van externe bestanden zal voorlopig plaatsvinden over individuele, concrete gevallen. Deze raadpleging gebeurt binnen het kader van het verificatie- en valideringsbeleid. Dit kader wordt geken- merkt door de volgende uitgangspunten: de aanvrager is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het leveren van de gegevens en de daarmee samenhangende bewijsstuk- ken; de nadruk ligt dus op verificatie; als de bewijsstukken redelijkerwijs niet geleverd kunnen worden of als de door de belanghebbende geleverde bewijsstukken onvoldoen- de grondslag bieden voor een besluit tot toekenning wordt het middel van validering gehanteerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1997 | | pagina 67