criteria heronderzoeksplan
24. Het plan onderscheidt de uitkeringsgerechtigden niet naar het risico van
misbruik, wel naar de kans op uitstroom. Ook bijstandstechnische rede-
nen kunnen bepalend zijn voor de frequentie.
risico misbruik geen maatstaf
Het frauderisico is geen algemene maatstaf voor het plannen van het
heronderzoek.
Uit onderzoek blijkt dat de samenstelling van de groep frauderende
bijstandsontvangers zeer divers is.
Fraudeurs hebben zeer verschillende achtergronden en onderschei-
den zich niet van uitkeringsgerechtigden die niet frauderen. Fraude is
niet rechtstreeks in verband te brengen met objectieve kenmerken als
leeftijd of opleiding.
de kans op uitstroom
De kans om op eigen kracht een plaats op de arbeidsmarkt te krijgen
is ondermeer afhankelijk van de duur van de werkloosheid, de leeftijd
en het opleidingsniveau. Naarmate de werkloosheid langer duurt, de
leeftijd hoger en het scholingsniveau lager is nemen de kansen op
uitstroom via de arbeidsmarkt af.
Het is dan ook van belang om de frequentie van het heronderzoek,
waarin ook de houding tegenover arbeidsinschakeling wordt getoetst,
te laten afhangen van de positie van de uitkeringsgerechtigde op de
arbeidsmarkt. Hoe groter de kans, hoe intensiever het toezicht op de
activiteiten van de uitkeringsgerechtigde om deze kansen te benutten.
De afstand tot de arbeidsmarkt wordt uitgedrukt in de fase waarin de
betrokkene is ingeschaaid volgens de met het arbeidsbureau afge-
sproken methodiek:
fase 1: bemiddelbaar op eigen kracht
fase 2: bemiddelbaar na een kort enkelvoudig traject
fase 3: bemiddelbaar na een lang meervoudig traject
fase 4: vooraisnog niet bemiddelbaar
bijstandstechnische redenen
Voor diverse categorieen van uitkeringsgerechtigden geldt dat het
recht op of de hoogte van de bijstand op een bij voorbaat te voor-
spellen moment verandert, zoals wijziging van leeftijd of stijging van
woonkosten per 1 juli.
Bij de vaststelling van de frequentie van het heronderzoek wordt reke
ning gehouden met deze wijzigingen.
Beleidsplan Ahw 1998
42