functiescheidina 37. De overgang van de controlefase en de boetefase dlent in de processen van sociale zaken vorm te krijgen. Onze gemeente heeft daarom een aparte boeteambtenaar aangesteld. de hooate van de boete 38. Het gemeentebestuur bepaalt de hoogte van de boete aan de hand van: - de ernst van de gedraging: - de mate van verwijtbaarheid; - de persoonlijke omstandigheden. in het Boetenbesluit is de boete vastgesteld op 15% van het fraudebe- drag, maar tenminste op f 100,-. De wet heeft de maximaai op te leggen boete gesteld op een bedrag van f 5.000,-. Ingeval van dringende redenen kan het gemeentebestuur afzien van het opleggen van de boete. nadere afstemmina 39. Er kan vanwege dringende redenen van een boete worden afgezien. De beoordeling vindt plaats na afweging over de hoogte van de boete. Het gaat om omstandigheden buiten de feitelijke zaak (zowel materiele als immateriele aangelegenheden). B.v. belanghebbende is in een hulpverle- ningscircuit opgenomen en een boete zou dit proces in zijn geheel door- kruisen. Er dient dus sprake te zijn van zwaarwegende argumenten. invorderina boete 40. Bij het besluit waarbij de boete wordt opgeiegd moet het gemeentebe stuur tevens aangeven: - de termijn(en) waarbinnen de boete moet worden betaald, en - bij niet tijdige betaling de wijze waarop de boete wordt ingevorderd. Dit besluit is voor bezwaar en (hoger) beroep vatbaar overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht. teruavorderina (fraude^schuld 41. Het gemeentebestuur is gehouden bijstand terug te vorderen van de belanghebbende in de door de wet aangegeven situaties. Deze verplich- ting geldt, ongeacht de oorzaak van de terugbetaling. Het niet of niet behoorlijk nakomen van deze verplichting leidt tot (gedeeltelijke) weige- ring van de rijksvergoeding in de kosten van bijstand. Van terugvordering kan alleen worden afgezien als, gelet op de omstan digheden van persoon en gezien, daarvoor dringende redenen zijn. Vanaf 1 juli 1997 heeft het gemeentebestuur ruimere mogelijkheden tot gedeeltelijke kwijtschelding gekregen, in het bijzonder in twee situaties:

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1997 | | pagina 76