WERK1NG VAN HET SCHEMA
In het navolgende staat een schema aan van te verifieren gegevens, te over-
ieggen bewijsstukken en te stellen kwaliteitseisen. En wel In de huidige situa-
ties, waarin de gegevensuitwisseling nog niet geautomatiseerd plaats vindt.
Een korte uitleg over de werking van het schema:
Kolom 1
In deze kolom staan zestien gegevensgroepen die overeenkomen met het
uitgebreide Divosamodel "Inlichtingenformulier voor de aanvraag bijstand".
Kolom 2
In kolom 2 zljn de bewijsstukken dan wel verificatiemiddelen opgenomen.
Deze kunnen gebruikt worden om het gevraagde gegeven te verifieren. De
opsomming is niet limitatief. De opsomming wil niet zeggen dat alle bewijs-
stukken/verificatiemiddelen door de klant overlegd moeten worden.
Meestai volstaat §£n bewijsstuk dat voldoet aan de kwaliteitseisen.
Kolom 3
In deze kolom staat aan welke kwaliteitseisen een bewijsstuk/verificatiemid-
del moet voidoen. De visuele controie van de medewerkers richt zich speci-
fiek op de gesteide eisen.
Kolom 4
In de regel wordt van bewijsstukken/verificatiemiddelen eenmalig (E) een
afschrift gemaakt en in het klantdossier bewaard. Bij vervolgcontacten wordt
aanbevolen de bewijsstukken structureel (S) visueei te controleren. Bij wijzi-
gingen bijvoorbeeld van een paspoort wordt een nieuw kopie gemaakt. Be-
treft het recente bewijsstukken bijvoorbeeld met betrekking tot inkomen of
vermogen dan wordt eveneens een kopie gemaakt.
Kolom 5
Bij twijfel of de klantgegevens wel kloppen kan de sociale dienst de gegevens
nog eens extra valideren bij de andere uitvoeringsorganen waar de klant ook
geregistreerd staat. In deze handreiking wordt er vanuit gegaan dat deze
controie van gegevens bij externe bronnen (validering) incidenteel voorkomt.
En, voorzover toch regelmatig externe bronnen geraadpleegd worden, ge-
beurt dit op niet-geautomatiseerde wijze. Zoals eerder gezegd, is de on-line-
verbinding met de GBA hierop een uitzondering.
Extra verificatie is natuurlijk ook mogelijk door huisbezoek.
