Qpzet en Strekking van het Convenant Het werk aan het convenant is begonnen met een vergelijking tussen de ver- schillende convenanten die elders in Nederland zijn afgesloten. Daarbij is uiteindelijk een keuze gemaakt voor een model uit Zeeland dat goed aansluit op de wensen en situatie in het Stadsgewest. Vanuit een eerste aanzet heeft vervolgens een verdere verfijning en detaillering plaatsgevonden. Het convenant wordt aangegaan tussen de volgende partijen: gemeenten; provincie; ontwerpers/adviesbureaus (stedenbouwkundigen, architecten, ingenieurs); bouwbedrijven (aannemers en ontwikkelaars); energiebedrijven; opdrachtgevers/investeerders (woningbouwcorporaties); makelaars. De opzet van het convenant is dat er een minimum-niveau van Duurzaam Bouwen wordt aangegeven (op stedenbouwkundig gebied en op bouwkundig gebied) waarbij vervolgens van elke partij wordt aangegeven wat de inspannin- gen moeten zijn om dat minimum-niveau te realiseren en te waarborgen. Verdere inhoudelijke informatie is opgenomen in het convenant zelf. In dit verband wordt volstaan met het aangeven van de verplichtingen die de deelne- mende gemeenten op zich nemen: toepassen van de 75 aanbevelingen uit de VNG-publicatie "bouwstenen voor een duurzame stedenbouw"; stimuleren van toepassing van het nationaal pakket in de vorm zoals die omschreven is in de vorige alinea, bij: grondverkopen en project-overeenkomsten; beoordeling bouwaanvragen; het geven van voorlichting; het vervullen van de opdrachtgeversrol bij bouwprojecten. Met het convenant wordt een minimum-niveau aangegeven. Het is mogelijk om b.v. bij experimenten een hoger ambitie-niveau na te streven. Het aangaan van het convenant is geen vrijblijvende zaak. Er wordt van de deelnemers verwacht dat er daadwerkelijk energie gestoken wordt in het realiseren van de geformu- leerde ambities. Zoals hiervoor reeds gesteld komt de verplichting van de gemeente zoals die in het convenant is opgenomen overeen met hetgeen uw raad reeds in het Plan van Aanpak Duurzaam Bouwen in Leeuwarderadeel heeft vastgesteld. Procedure Nadat het Bestuurlijk Overlegplatform van het Stadsgewest heeft ingestemd met het convenant moet de feitelijke vaststelling nu door de verschillende gemeente- raden plaatsvinden. Een laatste consultatie-ronde van de overige betrokken partijen heeft plaatsgevonden na de instemming door het B.O.S.L.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1998 | | pagina 24