Wetboek van Strafrecht;
c de personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen
noodzakelijk is.
Artikel 2.3.1.2 Exploitatie horecabedrijf
1 Het is verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de
burgemeester.
2 De burgemeester weigert de vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien de
vestiging of de exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met een geldend be-
stemmingsplan.
3. De burgemeester weigert een vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien uit de
hem ter beschikking staande gegevens kan worden afgeleid dat in het horecabedrijf
middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet zullen worden
bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervaardigd of aanwezig
zullen zijn.
4 De burgemeester kan de vergunning als bedoeld in het eerste lid geheel of gedeelte-
lijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en
leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf en/of de openbare orde op
ontoelaatbare wijze nadelig wordt bei'nvloed door de aanwezigheid van het horeca
bedrijf.
5 Bij de toepassing van de in het vierde lid genoemde weigeringsgrond houdt de
burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin het
horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van het horecabedrijf en de
spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te
staan door de exploitatie van het horecabedrijf.
6 In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.5.1 beslist de burgemeester in geval van
een vergunningaanvraag die betrekking heeft op een of meer bij het horecabedrijf
behorende terrassen voor zover deze zich op de weg bevinden over de ingebruikne-
ming van die weg ten behoeve van het terras.
7 Onverminderd het gestelde in het vierde en vijfde lid kan de burgemeester de in het
zesde lid bedoelde ingebruikneming van die weg ten behoeve van een of meer bij
een horecabedrijf horende terrassen weigeren:
a indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar
oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig
gebruik daarvan;
b indien dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer
en onderhoud van de weg.
8 Het bepaalde in het zesde en zevende lid geldt niet, voor zover het Rijkswegenre-
glement of het Provinciaal wegenreglement van toepassing is.
Artikel 2.3.1.3 Opheffmg vergunningplicht
1 De burgemeester kan bij openbaar bekend te maken besluit bepalen, dat het
gestelde in artikel 2.3.1.2 niet geldt voor een of meer in dat besluit aangeduide
soorten horecabedrijven in de gehele gemeente dan wel in een of meer daarin
aangewezen gedeelten van de gemeente.