Indien de gevestigde coffeeshops zich aan deze criteria houden, zal er geen strafrechtelijke
vervolging plaatsvinden. Door het OM worden coffeeshops echter niet gedoogd als ze
gevestigd zijn in de omgeving van scholen.
Als het gemeentebestuur heeft gekozen voor de nul-optie kan er worden vervolgd. Immers
vestiging is dan in strijd met gemeentelijke regelgeving (verordening). Het OM is bereid
tot vervolging indien het gemeentelijk beleid c.q. gemeentelijke verordeningen geen ruimte
laten voor de vestiging van een coffeeshop.
Ook het beleid van het arrondissementsparket in Leeuwarden kent op hoofdlijnen als
prioriteiten de bestrijding van de handel in harddrugs en het beheersen van de handel in
softdrugs. Tevens is de bestrijding van de aan de drugsgebruik gerelateerde overlast een
prioriteit.
Het parket is van mening dat de vestiging van coffeeshops een bijdrage kan leveren aan de
gewenste scheiding van de markten van harddrugs en softdrugs. De scheiding van de
markten is zeer gewenst, omdat hiermee wordt voorkomen dat softdrugsgebruikers met
harddrugs in aanraking komen.
Wei huldigt het parket het standpunt dat er een maximum moet worden gesteld aan het
aantal coffeeshops in een gemeente. Hierbij wordt gedacht aan een coffeeshop per 15 a 20
duizend inwoners. De reden van een dergelijk maximum-aantal is het feit dat bij teveel
coffeeshops de kans op overlast kan toenemen. Tevens zullen er bij een te hoge concentra-
tie van coffeeshops minder inkomsten zijn voor de exploitant, die dan wellicht zijn
winstmarge (noodgedwongen) zal willen vergroten door de verkoop van harddrugs.
HUIDIGE WETGEVING
De Opiumwet verbiedt het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrek-
ken, vervoeren, aanwezig hebben of vervaardigen van drogerende middelen/stoffen die
genoemd zijn in de bij de wet behorende lijsten I en II.
Motief voor de Opiumwet is de zorg voor de volksgezondheid.
Op lijst I staan de zogenaamde harddrugs. Dit zijn drugs die een onaanvaardbaar risico
voor de volksgezondheid met zich meebrengen. De bekendste voorbeelden hiervan zijn:
heroine, cocaine en XTC.
Op lijst II staan de hennepproducten vermeld. Deze producten leveren minder gevaar/risico
op voor de volksgezondheid. Voorbeelden van deze middelen zijn: hasj, weed, cannabis.
Deze laatste is al tientallen jaren bekend. De verzamelnaam softdrugs wordt voor deze
middelen het meest gehanteerd.
Binnen afzienbare tijd zal de Opiumwet worden gewijzigd door er een bestuurlijk
handhavingsinstrument aan toe te voegen. Het gemeentebestuur krijgt, bij aanvaarding van
de wetswijziging, een rechtstreekse mogelijkheid om coffeeshops te sluiten als de AHOJ-G
criteria niet worden nageleefd.
11