In hoofdstuk 6 van de toelichting op het plan is aandacht gegeven aan de milieu-
aspecten. Hierin is duidelijk gemaakt dat voor wat betreft het wegverkeerslawaai in
het bestemmingsplan gebruik gemaakt is van de door de Milieu-Adviesdienst Noord-
Friesland opgestelde Geluidsniveaukaart. Inmiddels is deze kaart, na het hebben
doorlopen van een in de Wet Geluidhinder vastgestelde procedure, door uw raad
vastgesteld.
Nader onderzoek naar het wegverkeerslawaai is ingevolge artikel 74, lid 3 van de
Wet Geluidhinder verder niet noodzakelijk.
Volledigheidshalve wijzen wij u nog op onze reactie op de zienswijze nr. 4 van de
bijlage behorende bij dit voorstel.
Vergelijking bedrijven Tacoma en Kolthof.
Enkele commissieleden hebben gevraagd deze bedrijven met elkaar te vergelijken
aangezien er geen verschil mag bestaan in gelijke gevallen. Gesteld werd dat het ene
bedrijf 'op slot' gezet zou worden door het nieuwe bestemmingsplan, terwijl het
andere bedrijf uitbreidingsmogelijkheden zou hebben.
Naar onze mening zijn de beide genoemde bedrijven niet met elkaar te vergelijken.
Ten eerste omdat het niet gaat om gelijksoortige bedrijfs-activiteiten. Ten tweede
omdat de omgeving van de bedrijven in het ene geval nadrukkelijk een 'woongebied'
is en in het andere geval als 'gemengd gebied' moet worden aangemerkt.
Voor de goede orde merken wij overigens op dat het bedrijf Kolthof aan het
Achterbosk in het bestemmingsplan geen afzonderlijke bedrijfsbestemming heeft
gekregen. In het plan valt het bedrijf onder de bestemming 'gemengd gebied',
waarbij het een aanduiding B (bedrijven) heeft gekregen. Het bouwblok dat bij dit
bedrijf hoort is overigens nagenoeg om de reeds bestaande bebouwing getrokken en
er kan ter plaatse dus ook geen uitbreiding meer plaatsvinden.
ruime vrijstellings/wijzigingsbevoegdheden.
Het bestemmingsplan is globaal en flexibel van aard. Hiervoor is bewust gekozen. In
het verleden was het zo dat alle gronden die in een plangebied vielen specifiek be-
stemd werden. Op een plankaart werd exact aangegeven waar bouwblokken lagen
voor hoofd- en bijgebouwen en in de voorschriften werden de exacte bouwmaten
opgenomen. In vele gevallen moest geconstateerd worden dat bouwplannen net buiten
de in het plan opgenomen bouwblokken gepland werden of dat net iets meer
aangevraagd werd dan de voorschriften toestonden. Aangezien er in vele gevallen
geen planologische of stedenbouwkundige argumenten aanwezig waren om medewer-
king te weigeren werd dan steeds weer een artikel 19-procedure gevoerd.
Op rijksniveau is er op een gegeven moment voor gekozen de globale en flexibele
planvorm toe te staan. De Wet op de Ruimtelijke Ordening is daarvoor gewijzigd.
Er zijn verschillende vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden in de wet opgenomen
om problemen als hiervoorgenoemd te voorkomen en flexibel in te kunnen spelen op
verschillende ontwikkelingen.
