ningen op, in of boven de grond en/of aan de daarop te stichten of gestichte opstal-
len zal worden aangebracht en onderhouden.
2. De wederpartij kan voor hetgeen overeenkomstig het eerste lid is of wordt aange
bracht geen vergoeding vragen.
3. De wederpartij is verplicht al hetgeen ingevolge het eerste lid is aangebracht
bevestigd te laten.
4. Het is de wederpartij verboden, voor zover dit in redelijkheid van hem gevergd kan
worden, af te zien van het op zijn kosten nemen van die maatregelen ter voorko-
ming van schade aan de aanwezige zaken, omschreven in het eerste lid, welke de
gemeente dan wel de eigenaren van die zaken noodzakelijk achten.
5. Alle schade, welke een onmiddellijk gevolg is van het aanbrengen, bestaan,
herstellen, vemieuwen, verwijderen of inspecteren van de in het eerste lid bedoelde
zaken, zal door de gemeente op haar kosten worden hersteld, of, indien de weder
partij dit wenst, aan de wederpartij worden vergoed.
6. De wederpartij is te alien tijde aansprakelijk voor alle schade welke door beschadi-
ging van de aanwezige zaken, bedoeld in het eerste lid, door zijn toedoen of
nalaten wordt veroorzaakt.
7. Bij niet-nakoming van het onder het eerste lid bepaalde verbeurt de wederpartij ten
behoeve van de gemeente een boete van tweeduizend vijfhonderd gulden
2.500,-). Deze boete is verschuldigd indien de wederpartij, na ingebreke te zijn
gesteld, nalatig casu quo in overtreding is of blijft, welke ingebrekestelling
schriftelijk moet geschieden met inachtneming van een termijn van acht dagen.
ARTIKEL 16 KWALITATIEVE VERPLICHTING
Het hiervoor in artikel 15 gestelde zal op de onroerende zaak rusten als een kwalitatieve
verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek en als zodanig
middels de notariele akte worden ingeschreven in de openbare registers en zal van
rechtswege overgaan op degene(n) die de onroerende zaak onder bijzondere titel zal/zullen
verkrijgen. Bij de notariele akte zal tevens worden bepaald dat diegenen mede gebonden
zullen zijn die van de rechthebbende een recht tot gebruik van de onroerende zaak zullen
verkrijgen.
ARTIKEL 17 BOETEBEPALING
1. Bij niet-nakoming van enige verplichting voortvloeiende uit de koopovereenkomst
en de daarin van toepassing verklaarde algemene voorwaarden verbeurt de weder
partij, na ingebrekestelling en na verloop van de in die ingebrekestelling bepaalde
termijn en onverminderd het bepaalde in artikel 15, ten behoeve van de gemeente
een alsdan onmiddellijk opeisbare boete van vijftigduizend gulden (J 50.000,--), op
welk bedrag de door de gemeente door een toerekenbare tekortkoming van de zijde
van de wederpartij te lijden schade wederzijds onveranderlijk wordt bepaald.
2. Naast het gestelde in het eerste lid van dit artikel behouden de gemeente en de
wederpartij het recht om bij niet-nakoming van enige verplichting uit de koopover
eenkomst en de daarin van toepassing verklaarde algemene voorwaarden en/of
andere voorwaarden nakoming te vorderen.
6