2. Naast de gestelde eisen in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
a. met toepassing van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht in een
psychiatrisch ziekenhuis geplaatst of met toepassing van artikel 37a
van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking gesteld;
b. binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een
onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de
rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel
door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar
Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge
artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is
toegelaten;
c. binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken
onherroepelijk veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van
duizend gulden of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in
artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens
dan wel mede wegens overtreding van:
1bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet,
de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid
vreemdelingen;
2. de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met
249, 250a, 252, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426,
429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht;
3. de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto
artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;
4. de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet
op de kansspelen;
5. de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen;
6. de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
3. Met een veroordeling als bedoeld in het tweede lid wordt gelijk gesteld:
a. vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74,
tweede lid onder a van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76,
derde lid onder a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
tenzij de geldsom minder dan zevenhonderd vijftig gulden bedraagt;
b. en bevel tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf.
4. De periode van vijf jaar, genoemd in het tweede lid, wordt:
a. bij de weigering van een vergunning terug gerekend vanaf de datum
van beslissing op de aanvraag van de vergunning;
b. bij de intrekking van een vergunning terug gerekend vanaf de datum
van de intrekking van deze vergunning.
5. De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of
beheerder geweest van een seksinrichting die voor ten minste een maand door het
bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning als bedoeld in
artikel 3.2.1, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen
verwijt treft.
Artikel 3.2.3 Sluitingsuur
Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben en daarin bezoekers
toe te laten of te laten verblijven tussen 03.00 en 10.00 uur.
9