Verordening onroerende-zaakbelastingen 2001 gemeente Leeuwarderadeel jonroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; k. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen; 1. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; m. begraafplaatsen, umentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; n. sportvelden - niet zijnde gebouwen - ten gerieve of in belang van publiek en beoefenaren van de sport; o. jachthavens - niet zijnde gebouwen - ten gerieve of in belang van publiek en beoefenaren van de watersport. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in onderdeel j. van het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eigenarenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. Artikel 5 Belastingtarieven 1Voor elke voile 5.000,- van de heffingsmaatstaf bedraagt a. de gebruikersbelasting 7,89 3,58); b. de eigenarenbelasting 9,86 4,47). 2. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele guldens. 3Voor belastingbedragen tot 20,- 9,07) vindt geen invordering plaats. Voor toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als een belastingbedrag. Artikel 6 Wiize van heffing De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Artikel 6A Lokale lastenvermindering 1Het bedrag van de gebruikersbelasting wordt voor het gebruik van onroerende zaken, steeds voor zover het betreft zaken die geheel of gedeeltelijk tot woning dienen, verminderd met een bedrag van 100,- 45,37). 2. Indien het bedrag na een vermindering als bedoeld in het eerste lid negatief is, wordt een aanslag tot dit negatieve bedrag vastgesteld. 3. Indien ter zake van de gebruikersbelasting, het op de voet van artikel 255 van de Gemeentewet kwijt te schelden bedrag lager is dan het bedrag dat zou zijn kwijtgescholden indien de vermindering, bedoeld in het eerste lid, niet was toegepast, wordt het verschil tussen die bedragen door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar bij een voor administratief beroep bij het college van burgemeester en wethouders vatbare beschikking vastgesteld en uitbetaald aan degene die om kwijtschelding verzoekt. Artikel 7 Termiinen van betaling 1In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in vijf gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2000 | | pagina 20