Verordening hondenbelasting 2001 gemeente Leeuwarderadeel
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 5 Belastingtarief
1De belasting bedraagt per belastingjaar:
a. voor een eerste hond 91,-41,29);
b. voor een tweede hond 182,-82,58);
c. voor iedere hond boven het aantal van twee 182,- 82,58).
2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in
kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland,
273,- 123,88) per kennel.
3Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de
verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit
bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wiize van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de
aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van
het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het
toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk
de toename van het aantal honden, nog voile kalendermaanden overblijven.
3Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in
de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde
gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de
belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog voile kalen
dermaanden overblijven, tenzij het blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan
20,-(€9,07).
4. Voor belastingbedragen tot 20,-- 9,07) vindt geen invordering plaats. Voor toepassing van
de vorige volzin wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen
hondenbelasting of andere heffingen aangemerkt als een belastingaanslag.
Artikel 9 Termiinen van betaling
1In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen
worden betaald in vijf gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de
maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van
de volgende termijnen telkens twee maanden later.
2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet
1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het
eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de
vaststelling van de aanslag.
-17-