GEMEENTE 6
LEEUWARDERADEEL
Nr. 2001/40
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2001;
gelet op het bepaalde in de Verordening op de organisatie van de administratie en van het beheer
van vermogenswaarden van de gemeente Leeuwarderadeel;
gelet op het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale
overheden (Wet fido);
b e s 1 u i t
vast te stellen het navolgende
TREASURY-STATUUT VAN DE GEMEENTE LEEUWARDERADEEL
HOOFDSTUKI ALGEMEEN
Artikel 1. Begrippenkader
In dit statuut wordt verstaan onder:
Derivaten Financiele beleidsinstrumenten die hun bestaan ontlenen aan een
bepaal-de onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen
reele producten zijn zoals grondstoffen, of financiele producten zoals
effecten en obligaties. Derivaten worden o.a. gebruikt om renterisico's
te sturen en financieringskosten te minimaliseren.
Financiering Het aantrekken van benodigde financiele middelen voor een periode
van minimaal een jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen
ver-mogen als vreemd vermogen.
Geldstroombeheer A1 die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel
binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden
(betalingsverkeer).
Intern liquiditeitsrisico De risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en
meer-jareninvesteringsplanning, waardoor financiele resultaten kunnen
afwijken van de verwachtingen.
Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage
van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van
het jaar.
Het risico dat de financiele activa van de organisatie in waarde
verminderen door negatieve koersontwikkelingen.
De risico's op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het
niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de
tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.
Kasgeldlimiet
Koersrisico
Kredietrisico