Artikel 8
Agenda-overleg
1. Burgemeester en wethouders kunnen een agenda-overleg instellen. Hierin wordt
nagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het overlegorgaan aan de orde
kunnen komen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders de agenda op.
2. Aan het agenda-overleg nemen de portefeuillehouder onderwijs en de beide
(bovenschoolse) directeuren deel.
Paragraaf 2.3 Uitvoering overleg
Artikel 9 Advies Onderwiisraad
1 Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies
wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van
toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in
finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde
omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt
tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en
de vrijheid van inrichting van het onderwijs.
2 Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naar
voren te brengen over het verzoek om advies.
3 Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om
advies. Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij
informeren zij tevens de Onderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde
zienswijzen.
4 De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met
ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt
het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij
nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek
is aangevuld.
5 De raad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit
over het onderwerp waarover advies is gevraagd.
6 Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het
uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk
opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van
het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de
schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor
nader overleg.
In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg
over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van
het advies.
7 Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen twee weken plaats nadat het
advies is uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de raad over dit
overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.