Grafisch kunnen de afschrijvingscomponenten van de lineaire en annui'taire methode als volgt worden weergegeven: aar lineair annui'tair 1 20.000 17.739 2 20.000 18.803 3 20.000 19.932 4 20.000 21.127 5 20.000 22.295 verloop afschrijvingscomponent: 23000 22000 21000 20000 19000 18000 resultaatafhank 17000 elijk Art ike 1 57 van de CV 1995 schrij ft voor dat bij afschrijven het toerekenings- en extra afschrijven beginsel in acht moet worden genomen. Dat een en ander duidelijk en stel- selmatig plaats moet vinden vloeit voort uit de diverse algemene eisen voor begroting en rekening. In de toelichting bij artikel 59 worden resultaataf- hankelijke afschrijvingen in principe toegestaan, maar eveneens ontraden. Expliciet is daarbij vermeld dat het niet is toegestaan om extra af te schrijven om rekeningsoverschotten (en dus ook tekorten) weg te werken, c.q. op te heffen. Dit betekent dus dat resultaatafhankelijke afschrijvingen alleen kan worden toegepast op geactiveerde tekorten. Bedrijfseconomisch kan het noodzakelijk zijn om extra af te schrijven. Te denken valt hierbij aan het feit dat bepaalde investeringen een lagere annui'tair lineair

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2001 | | pagina 104