vormvoorschriften verbonden. Het gaat erom verslag te doen van het onderzoek en de
bevindingen van de ombudsman en eventuele pogingen tot bemiddeling.
Zesde lid
De ombudsman kan de wijze waarop hij zijn werkzaamheden vorm wenst te geven vastleggen
in een reglement van orde. Gezien de taak van de raad om toe te zien op de ombudsman lijkt
het wenselijk dit reglement van orde ook aan de raad toe te zenden. Dit kan ook in een
bepaling verplicht worden gesteld.
Artikel 12
In dit artikel wordt het recht van eenieder vastgelegd om bij een ombudsman een verzoek in te
dienen dat hij een onderzoek instelt naar de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een
bepaalde aangelegenheid heeft gedragen. Onder zo'n aangelegenheid wordt tevens de wijze
begrepen waarop de interne klacht behandeling door het bestuursorgaan op grond van titel 9.1
van de Awb heeft plaatsgevonden.
Eerste lid
Het in dit artikel neergelegde kenbaarheidsvereiste is gelijk aan dat van artikel 12, tweede lid
Wno.
Met het kenbaarheidsvereiste wordt bedoeld dat het bestuursorgaan waarover geklaagd wordt
eerst in de gelegenheid geweest moet zijn om zijn fout te herstellen voordat de klacht ter
externe afhandeling wordt voorgelegd. Er moet dus worden nagegaan of de klager inderdaad
zijn klacht eerst bij het desbetreffende bestuursorgaan kenbaar heeft gemaakt. Met het
kenbaarheidsvereiste wordt benadrukt dat het extern klachtrecht het sluitstuk is van de
mogelijkheden die de burger heeft om zich over de gedragingen van de gemeentelijke
overheid te beklagen.
Tweede lid
Indien het verzoek uitsluitend gericht is op de wijze waarop het bestuursorgaan intern de
klacht heeft behandeld, is het niet nodig daarover eerst een klacht bij het bestuursorgaan in te
dienen.
Artikel 14
In dit artikel worden het tweede en derde lid van artikel 9.4 Awb van toepassing verklaard. Dit
artikel luidt:
Artikel 13
b
c
1
2
a
3
Het klaagschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
de naam en het adres van de indiener
de dagtekening;
een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht.
Artikel 6.5 derde lid is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6.5 Awb luidt:
1
2
-17-