2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting
verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde
belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog voile kalender-
maanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op
ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting
als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden
overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 10.
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen
de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
5 Voor belastingbedragen tot 10 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van
de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde
bedragen afvalstoffenheffing of andere heffmgen en belastingen aangemerkt als een
belastingbedrag.
Artikel 9 Termiinen van betaling
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen
worden betaald in vijf gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van
de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld
en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later.
2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de
Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een
bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze
gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
3. De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde
termijnen.
HOOFDSTUK III REINIGINGSRECHTEN
Artikel 10 Belastbaar feit
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van de
door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van de voor de openbare
dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer
of in onderhoud zijn.
Artikel 11 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de
dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik
maakt.