TOELICHTING
Wat is het te bespreken probleem?
De laatste jaren hebben zich een aantal belangrijke verschuivingen voorgedaan op de
woningmarkt. A1 een groot aantal jaren slagen gemeenten er niet in om geplande
nieuwbouwproducties te realiseren. Deze tegenvallende prestaties veroorzaken een krapte op
de woningmarkt die mede verantwoordelijk is voor de sterk gestegen woningprijzen. Hierdoor
is het deel van de bevolking dat zich een koopwoning kan veroorloven sterk afgenomen.
Vooral starters op de markt hebben het moeilijk.
Ook binnen de huursector hebben zich belangrijke veranderingen voorgedaan. In veel plaatsen
in Nederland is door sloop of verkoop van huurwoningen de omvang van de sociale sector
gekrompen, terwijl de vraag naar dit soort woningen de afgelopen jaren weer is toegenomen.
Deze ontwikkelingen hebben zich vertaald in een toename van de wachtlijst en de wachtduur
van (potentiele) huurders.
Deze landelijke ontwikkelingen zijn ook terug te vinden in Leeuwarderadeel. In de Stadsregio
Leeuwarden zijn afspraken gemaakt over het terugdringen van de bouwvolumes in de
randgemeenten ten faveure van Leeuwarden. Voor onze gemeente betekenen deze afspraken
dat er de komende jaren maar weinig reguliere nieuwbouw gepleegd kan worden. Er is wel
ruimte voor woningbouw voor speciale doelgroepen of speciale projecten.
SVN
Op initiatief van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten is in 1996 het Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting opgericht. Gemeenten kregen de mogelijkheid (een deel van) de opbrengst
van de verkoop van de aandelen van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten in dit fonds te
storten, waarna de koper van de aandelen (ABN AMRO) bereid was de storting te
verdubbelen via een renteloze lening. Onze gemeente heeft destijds afgezien van deze
mogelijkheid.
Het gebruik van de gelden van de SVN werkt als een revolving fund. Dat wil zeggen dat geen
gelden om niet worden verstrekt, maar dat deze gelden als een laagrentende lening worden
verstrekt aan een belanghebbende. Het revolving fund is in zekere zin onuitputtelijk; namelijk
dat de verstrekte gelden altijd weer terugvloeien in het fonds. Niettemin is er een grens aan het
aantal leningen dat kan worden verstrekt.
Er moet altijd sprake zijn van een derde partij in de vorm van een rechtspersoon, die voor
diens vermogenstoestand een garantstelling benodigd heeft (Nationale Hypotheekgarantie of
de WSW-garantie). Mocht het leiden tot een overeenkomst dan dient hiervan een notariele
akte te worden opgesteld.
De uitvoering en het beheer van de geldleningen ligt volledig in handen van de SVN. Deze
stichting vraagt hiervoor een vergoeding van 0,5% van de geldlening. De rente dient dan ook
minimaal 0,5% te bedragen.
De oprichting van de SVN mag ondertussen een groot succes genoemd worden. Momenteel
maken ongeveer 170 gemeenten gebruik van de mogelijkheden van dit fonds.
Zoals de naam van het fonds al aangeeft, moeten de gelden ingezet worden ten behoeve van de
volkshuisvesting. Wat hier precies onder verstaan moet worden is afhankelijk van de defmitie
die de gemeente hanteert voor het begrip volkshuisvesting. Voorbeelden van projecten
waarvoor het fonds ingezet kan worden zijn: startersleningen, herstructureringen,
woningverbetering, gemeentelijke monumenten en plattelandsvernieuwing. Bij de stukken kunt
u een aantal voorbeelden hiervan vinden.