OPINIERENDE VRAGEN
Middelen voor volkshuisvesting
Financiele instrumenten vergroten de mogelijkheden van de gemeente. Op dit moment zijn er
in de begroting geen middelen beschikbaar voor volkshuisvestingsbeleid, uitgezonderd de
halve formatieplaats voor volkshuisvesting. Met het beschikbaar stellen van financiele middelen
voor derden kan de gemeente gewenste ontwikkelingen initieren of faciliteren.
Ten aanzien van het financieren van derden staan de gemeente twee wegen open. Ten eerste
kan de gemeente kiezen voor subsidising. Dit houdt in dat een derde belanghebbende
geldelijke middelen krijgt voor het bereiken van een omschreven doel. In principe is elke
subsidie eenmalig en kan de gemeente het geld slechts eenmaal uitgeven.
De gemeente kan ook kiezen voor het verstrekken van leningen. Door het aanbieden van
laagrentende leningen heeft de gemeente de mogelijkheid ontwikkelingen te stimuleren die niet
op commerciele basis ontplooid zullen worden. Doordat er afgelost wordt tegen een lage rente
kunnen deze middelen opnieuw worden aangewend. Bovendien zal het fonds groeien door de
te ontvangen rentes en aflossingen. Indien de gemeente nooit rente vraagt zal het fonds van
gelijke omvang blijven.
Vindt uw raad dat onze gemeente een revolving fund voor volkshuisvesting moet instellen?
Structureel beleid of financiering op ad hoc basis
De middelen van een revolving fund kunnen op twee manieren gebruikt worden. Er kan
enerzijds gekozen worden voor structurele inzet van de middelen, of voor inzet op ad hoc
basis.
De inzet van het revolving fund op ad hoc basis betekent dat per project er een omschrijving
van de hoogte van de middelen en criteria worden opgesteld. Bij een structurele regeling zal
uw raad een verordening moeten vaststellen op basis waarvan ons college leningen kunnen
toewijzen.
Kiest uw raad voor een structurele regeling voor het revolving fund of kiest uw raad voor
besteding per project?
Keuze beleidsterreinen
Zoals hier boven aangegeven kunnen er binnen het begrip volkshuisvesting een groot aantal
terreinen onderscheiden worden. Hieronder wordt per deelterrein een korte toelichting
gegeven. Daarnaast wordt uw raad de vraag voorgelegd of het betreffende deelterrein wel of
niet meegenomen moet worden in de besteding van het budget van het revolving fund. De
vraag over de hoogte van het budget voor het revolving fund en de eventuele toewijzing per
deelgebied wordt later aan uw raad voorgelegd. De onderverdeling die hieronder wordt
gepresenteerd is zeker niet volledig, indien uw raad nog andere deelgebieden identificeert dan
horen wij dat graag.
Startersleningen
Voor starters op de koopwoningenmarkt is het, door stijgende bouwkosten en koopprijzen,
steeds moeilijker een eigen huis te verwerven. Flet begrip starter op de woningmarkt moet niet
verward worden met 'jongere'. Bij starter wordt bedoeld dat het een persoon betreft die voor
het eerst een eigen woning koopt. Dat hoeven niet alleen jongeren te zijn: ook een 50-plusser
kan voor het eerst een eigen woning kopen en daarmee onder het begrip starter vallen. In de
praktijk betreft het overigens wel vaak jongeren.