toegekend;
3. Een persoon uit de doelgroep die in een periode van 39 weken gedurende minimaal 26
weken een volledige dienstbetrekking heeft gehad, niet zijnde een dienstbetrekking als
bedoeld in lid 1 onder c, of wiens netto c.q. bruto inkomen uit arbeid in die periode van 39
weken meer bedroeg dan het voor betrokkene geldende basisnormbedrag (inclusief de
eventuele toeslag) c.q. de voor betrokkene geldende bruto grondslag, kan op aanvraag een
subsidie worden toegekend. De subsidie bedraagt 454,
4. De subsidie als bedoeld in dit artikel wordt als regel eenmalig verleend. Herhaalde
verstrekking van deze subsidie is alleen mogelijk indien bijzondere individuele
omstandigheden naar het oordeel van burgemeester en wethouders daartoe aanleiding
geven.
Artikel 4 Scho/ingssubsidie
1. De doelgroep van de scholingssubsidie wordt gevormd door:
a. uitkeringsgerechtigden in fase 2, 3 en 4;
11.personen met een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 4 van de Wet inschakeling
werkzoekenden, die met goed gevolg een door of namens burgemeester en wethouders
in het kader van een trajectplan noodzakelijk geachte scholing of opleiding afgerond
hebben.
2. Tegen overlegging van een bewijs van de in lid 1 bedoelde afronding kan:
a. een bedrag van 272,- worden toegekend indien het gaat om scholing met een duur
van minder dan 6 maanden, voor zover een bedrag van artikel 43 lid 2, sub i Abw,
artikel 7 lid 1, sub t Inkomensbesluit Ioaw en artikel 4 Inkomensbesluit Ioaz niet
overschreden wordt;
12. een bedrag van 363,- worden toegekend indien het gaat om scholing met een duur
van 6 maanden of langer, voor zover een bedrag van
artikel 43 tweede lid 2, sub i Abw, artikel 7 lid 1, sub t Inkomensbesluit Ioaw en artikel
4 lid Inkomensbesluit Ioaz niet overschreden wordt.
17. Door burgemeester en wethouders aan te wijzen werkervaringsprojecten kunnen voor de
toepassing van dit artikel met scholing worden gelijkgesteld.
18. De subsidie als bedoeld in dit artikel wordt als regel eenmalig verleend. Herhaalde
verstrekking van deze subsidie is alleen mogelijk indien bijzondere individuele
omstandigheden naar het oordeel van burgemeester en wethouders daartoe aanleiding
geven.
Artikel 5 Activiteitensubsidie
19. De doelgroep voor een activiteitensubsidie wordt gevormd door uitkeringsgerechtigden in
fase 4 op wie artikel 43 lid 2, sub p Abw, artikel 7 lid 2, sub h Inkomensbesluit Ioaw of
artikel 4 Inkomensbesluit Ioaz van toepassing is en die onverplicht, in georganiseerd
verband, onbetaalde maatschappelijke nuttige activiteiten verricht, die door het college van
burgemeester en wethouders voor de belanghebbende noodzakelijk worden geacht.
20. Aan de uitkeringsgerechtigde die ingedeeld is in fase 4 kan een activiteitensubsidie worden
toegekend indien door betrokkene in het kader van een in het trajectplan opgenomen
arbeidstoeleidingstraject of een sociale activeringstraject (of een combinatie van beide)