Artikelgewijze toelichting "Verordening inzake subsidiebeleid en vrijlating van inkomsten
Abw, loaw en Ioaz".
Deze verordening geeft vorm aan het gemeentelijk subsidiebeleid in het kader van artikel 3
WIW. Dat artikel is gericht op het verstrekken van een subsidie aan de uitkeringsgerechtigde
met het doel de zelfstandige bestaansvoorziening dan wel sociale activering te bevorderen.
Daarnaast regelt deze verordening het gemeentelijke inkomstenvrijlatingsbeleid Abw, loaw en
Ioaz. De verordening voorziet in afstemming met de Abw, loaw en Ioaz ten aanzien van de
bedragen die buiten beschouwing kunnen worden gelaten bij de middelentoets.
Op grond van artikel 3, tweede lid WIW en artikel 4.23 Awb geldt de wettelijke verplichting om
de regels omtrent het toekennen van de subsidie in een verordening vast te leggen. Op grond
van artikel 43, tweede lid, sub n Abw, artikel 3, tweede lid, onder e, Inkomensbesluit loaw en
artikel 2 Inkomensbesluit Ioaz geldt de verplichting om in een verordening vast te leggen welke
categorie van personen voor een inkomstenvrijlating op grond van de Abw, loaw en Ioaz in
aanmerking komt.
Artikel 1
In dit artikel worden de diverse begrippen omschreven die verderop in de verordening worden
gebruikt.
Gelet op de relatie met de middelentoets op grond van de Abw, loaw en Ioaz is het van belang
hetzelfde begrip voor een gezamenlijke huishouding te hanteren alsmede dat onder
uitkeringsgerechtigde bij een gezamenlijke huishouding beide partners worden verstaan.
Hiermee wordt voorkomen dat afzonderlijke rechten moeten worden opgeteld waarmee
maximumbedragen op grond van de middelentoets Abw, loaw en Ioaz zouden kunnen worden
overschreden.
De reden om werkaanvaarding in het kader van de Wsw en de WIW buiten het subsidiebeleid
te laten is dat deze dienstbetrekkingen niet gezien kunnen worden als reguliere arbeid. Bij de
Wsw speelt hier tevens mee dat dit geen passende arbeid is. De hoogte van de bijstandsnorm
wordt aangegeven in de genoemde artikelen in de Abw, de loaw en de Ioaz. De hoogte van de
"norm" is inclusief eventuele toeslagen of verlagingen.
Artikel 2
Artikel 2 regelt de mogelijkheid om inkomsten uit deeltijdarbeid voor bepaalde categorieen vrij
te laten.
De onderhavige subsidieverordening geldt voor de navolgende categorieen van uit-
keringsgerechtigden:
degene die om redenen van medische of sociale aard naar het oordeel van een door
burgemeester en wethouders erkende in Nederland werkzame deskundige niet in staat is
een volledige dienstbetrekking te vervullen;
degene die arbeid in dienstbetrekking aanvaard dan wel het aan de slag gaan als
zelfstandige.