Werkloosheidswet. Het vierde lid is opgenomen om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de hoogte van het verdiende loon en de totale uitkeringsnorm. Om te voorkomen dat na een relatief korte periode opnieuw een beroep op de uitstroomsubsidie wordt gedaan, is in het vijfde lid opgenomen dat een subsidie slechts eenmalig wordt verstrekt. Slechts in bijzondere individuele omstandigheden kan van dit uitgangspunt worden afgeweken. Artikel 4 Een scholingssubsidie als bedoeld in dit artikel kan slechts worden toegekend indien de betreffende scholing onderdeel uit maakt van een trajectplan. Daarmee komt duidelijk tot uitdrukking dat de gevolgde scholing van belang moet zijn voor (her)intreding op de arbeidsmarkt. Om het belang van werkervaringsprojecten in het kader van toeleiding naar de arbeidsmarkt te benadrukken is lid 3 opgenomen. Om te voorkomen dat na een relatief korte periode opnieuw een beroep op de scho lingssubsidie wordt gedaan, is in het vierde lid opgenomen dat een subsidie slechts eenmalig wordt verstrekt. Slechts in bijzondere individuele omstandigheden kan van dit uitgangspunt worden afgeweken. Artike5 Het eerste lid van dit artikel benoemt de doelgroep die voor een activiteitensubsidie in aanmerking komt. De hier bedoelde doelgroep is in overleg tussen betrokkene, de OWI en de gemeente ingedeeld in de zogenoemde fase 4 (de uitkeringsgerechtigde, die vanwege sociale, psychische, medische en culturele problemen niet in staat is op de arbeidsmarkt te participeren). De afstand tot de arbeidsmarkt wordt als onoverbrugbaar beschouwd. Om tot activering te komen zal het in een aantal gevallen noodzakelijk zijn dat eerst een werkritme en voeling met de werkinstelling, collega's en dergelijke wordt ontwikkeld. De hier bedoelde werkzaamheden dienen beperkt te blijven tot maatschappelijk nuttige activiteiten zoals vrijwilligerswerk. Dergelijke activiteiten, dienen om verdringen van regulier werk zoveel mogelijk te voorkomen, getoetst worden. De beoordeling van "maatschappelijk nuttige activiteiten" geschiedt op dezelfde gronden als het toelaten van vrijwilligerswerk. Deze zijn: de arbeid mag geen beroeps- of bedrijfsmatig karakter hebben; de arbeid mag geen concurrentie- of subsidie vervalsing met zich mee brengen; de arbeid mag geen belemmering opleveren voor het verwerven/aanvaarden van betaald werk; de arbeid mag geen belemmering opleveren voor het voldoen aan de uitkerings- voorwaarden en verplichtingen van de Abw, Ioaw en Ioaz. Tegenover deze vergoeding dient uiteraard wel een prestatie te staan. Indien een hele kalendermaand geen vrijwilligerswerk is verricht volgt geen vergoeding. Indien niet meer aan de betreffende criteria wordt voldaan (men behoort niet meer tot fase 4) zou de subsidie

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2003 | | pagina 106