4.1. beleidskader Per 1 januari 2004 zal de gemeente volledig financieel verantwoordelijk worden voor de verlening van bijstand. De gemeente krijgt er daardoor financieel belang bij zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen en fraude met uitkeringen te bestrijden. Om maatwerk te kgnnen leveren bij de begeleiding van uitkeringsgerechtigden naar een baan, krijgt de gemeente de beschikking over een flexibel en vrij te besteden budget. In dit budget worden ook de middelen voor de gesubsidieerd WIW en ID-banen opgenomen. Gemeenten kunnen -in samenwerking met het re'integratiebedrijf- geheel zelf bepalen welke instrument wordt ingezet (scholing, loonkostensubsidie, trajecten, bemiddeling etc) voor welke client dit wordt ingezet en in welke mate. Ook gesubsidieerde arbeid blijft binnen dit budget mogelijk. Wat resteert aan regelgeving zijn bepalingen die de rechten en plichten van uitkeringsgerechtigden vastleggen alsmede de beschikbaarheid van instrumenten als subsidies en vrijlatingen. Een eventueel optredend budgetoverschot zal in de lijn met de huidige systematiek (meeneemregeling) terugvloeien naar het Rijk. Gemeenten die er door een actief beleid in slagen het aantal bijstandgerechtigden te verminderen, kunnen in het nieuwe systeem geld besparen. Deze nieuwe regeling is een gevolg van de afspraken die gemaakt zijn in het Strategisch Akkoord. 4.2. Sluitende aanpak In een periode van 2 jaar zijn alle bijstandsgerechtigden, die zes maanden of langer een uitkering kregen en geen traject volgden, opgeroepen voor een gesprek. In dit gesprek zijn de mogelijkheden voor rei'ntegratie naar werk, maatschappelijke participate of (re) activering besproken en vastgelegd. Daarnaast zijn met alle bijstandsgerechtigden die deelnemen aan trajecten, de daarbij horende verplichtingen schriftelijk vastgelegd. Daar waar blijkt dat verwijtbaar niet wordt meegewerkt aan een traject, werd de Wet Boeten en Maatregelen dan ook consequent toegepast. Wij verwachten namelijk dat een consequente toepassing van de Wet Boeten en Maatregelen bijdraagt aan een effectief activeringsbeleid. In 2003 zullen de werkprocessen ingericht moeten worden op een sluitende keten van rei'ntegratie. Daarbij dient ook sprake te zijn van een sluitende keten ten behoeve van niet- uitkeringsgerechtigden, de zgn. nuggers. Centraal bij de realisatie van de sluitende keten staat het streven naar een duurzame rei'ntegratie/plaatsing. In de nieuwe regeling per 1 januari 2004 krijgen clienten een individuele aanspraak op begeleiding in het perspectief van participate. Gemeenten moeten hierbij ondersteuning bieden. Op deze wijze worden voorwaarden geschapen om de Sluitende Aanpak te realiseren. Tevens zal de wet ingaan op de rechten en plichten van clienten. Hierbij wordt uitgegaan van een vormgeving die sterker inzet op de samenhang tussen de inspanningen van clienten en het niveau van bijstandverlening. Er komt een algemene verplichting om arbeid te aanvaarden en indien dat niet mogelijk is mee te werken aan een rei'ntegratietraject of sociale activering. Het huidige stelstel van ontheffingen van arbeidsverplichtingen wordt derhalve kritisch bezien. Dit kan betekenen dat geen categoriale ontheffing blijft bestaan voor bepaalde groepen, zoals dat nu bijvoorbeeld is geregeld voor alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 5 jaar. Gemeenten moeten hun situatie dan individueel beoordelen. 4.3. Casemanagement 7F beleidsplan ABW 2003.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2003 | | pagina 50