Wanneer de samenwerking tussen Ferwerderadiel en Leeuwarderadeel in 2003 gestalte heeft
gekregen, streven de gemeenten er ook naar in 2003 casemanagement te introduceren. Dat
betekent dat iedere klant een vast aanspreekpunt (bijstandsconsulent) heeft voor alle zaken die
hij met de gemeente op het gebied van zijn uitkering moet regelen. Op een tweetal punten zal
daar nog van worden afgeweken, nl. het boetetraject en de verhaalszaken. Gezien het
specialisme zal naar alle waarschijnlijkheid de IOAZ en de Bbz bij de gemeente Leeuwarden
ondergebracht worden.
De ontwikkeling en de invulling van de functie casemanager zal naar verwachting een proces zijn
dat enkele jaren in beslag zal nemen en de functie zal in de praktijk moeten groeien.
4.4. Centrum Werk en Inkomen (CWI)
Sinds januari 2002 is er een verplichte samenwerking met het CWI. Deze samenwerking is
vastgelegd in een Service Niveau Overeenkomst (SNO). Het CWI is verantwoordelijk voor de
intake, de poortwachtersfunctie en voorfase 1 clienten.
Bij het CWI is de intake verdeeld in een werk- en een uitkeringsintake. Het CWI stelt in de
werkintake door middel van de kansmeter de afstand tot de arbeidsmarkt vast van een client. Dit
is de globale fasering. Bij de werkintake krijgt de client een afspraak mee voor de
uitkeringsintake. De tijd tussen de datum van de werkintake en de datum van de uitkeringsintake
is de bemiddelingstijd. De duur van deze bemiddelingstijd is afhankelijk van de fasering. De
rapportage werkintake vermeldt in ieder geval: sofinummer, geboortedatum, geslacht,
opleidingsniveau, fasering, status arbeidverplichtigen, indicatie REA, aantal uren beschikbare
arbeidstijd en arbeidsverleden. De termijn die tussen de werkintake en de uitkeringsintake zit
bedraagt maximaal 5 werkdagen voorfase 2, 3 en 4 clienten. Voorfase 1 clienten bedraagt het
termijn minimaal 10 dagen en maximaal 15 werkdagen.
Helaas verliep de officiele start van het Centrum voor Werk en Inkomen per 1 januari 2002 niet
geheel en al rimpelloos. Dit werd hoofdzakelijk veroorzaakt door de enorme werkdruk bij het CWI,
de computerprogramma's die niet werkten waardoor formulieren met de hand moesten worden
ingevuld, de enorme toeloop van nieuwe clienten en door nieuwe taken voorde medewerkers van
het CWI. Er zijn in het loop van het jaar een aantal maatregelen getroffen om de hierboven
genoemde problemen tegemoette treden. Echtereen aantal zaken zijn nog altijd voor verbetering
vatbaar. Hierbij valt te denken aan een koppeling tussen gemeente en het CWI met betrekking tot
electronische intakeformulieren, verbetering van de werkafspraken over de poortwachtersfunctie
bij het CWI en de overdrachtstijd van 5 werkdagen van de uitkeringsintake. Op dit moment komt
het nog te vaak voor dat de bijstandsconsulent de uitkeringsintake over moet doen en de
aanvrager moet oproepen. Dit mag niet de bedoeling van de intake van het CWI zijn. De
gemeente moet in principe kunnen blindvaren op de CWI-intake.
Overigens wordt in het kader van de rei'ntegratie altijd een persoonlijk gesprek gevoerd met de
client door de bijstandsconsulent. Dit gebeurt meestal in de eerste weken van de
bijstandsperiode. Echter wanneer de uitkeringsintake door de bijstandsconsulent opnieuw gedaan
moet worden, wordt het doelmatigheidsgesprek ook direct met de client gevoerd.
4.5. Nuggers en ANW
Met ingang van 1 januari 2002 zijn de gemeenten behalve voor de bijstandsgerechtigden ook
verantwoordelijk voorde rei'ntegratie van niet-uitkeringsgerechtigden zoals herintreedsters en
voor personen die een uitkering ontvangen op grand van de Algemene nabestaande wet (Anw).
De verantwoordelijkheid heeft betrekking op diegenen uit de doelgroep die een traject nodig
hebben en kenbaargemaakt hebben een traject te willen. Personen ingedeeld in fase 1 worden