Artikel 38, tweede lid Abw schrijft voor dat de toeslag, onverminderd het bepaalde in artikel
35,36 en 37 van de wet, voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder met zijn ten laste
komende kinderen in wi'ens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, wordt bepaald op het
maximumbedrag, genoemd in artikel 33, tweede lid, van de Abw. De maximale toeslag komt
neer op 20% van het netto minimumloon. In deze verordening wordt volstaan met een verwijzing
naar het bedrag zoals dat in de wet is genoemd. Dit bedrag wordt regelmatig
(veelal(half)jaarlijks) bijgesteld. De artikelen 35, 36 en 37 Abw geven de gemeente de
bevoegdheid om voor bepaalde categorieen de bijstandsnorm of de toeslag lager vast te
stellen Dit betekent dat indien aanvrager voldoet aan de voorwaarde genoemd in artikel 33,
tweede lid, van de verordening het toch kan zijn dat er geen recht op een toeslag bestaat van
20% van het netto minimumloon, indien de gemeente daarnaast tevens gebruik maakt van de
mogelijkheid om de bijstandsnorm of de toeslag te verlagen (zie de artikelen 4 tot en met 7 van
deze verordening).
Ook wordt in dit lid geregeld dat in een aantal situaties waarin in beginsel gesproken zou
kunnen worden van het delen van de kosten van wonen, toch de maximale toeslag verstrekt
kan worden. Deze situatie zal zich voordoen indien het inwoning van kinderen betreft met een
minimaal inkomen: de kinderen van 18 tot en met 20 jaar met een inkomen ter hoogte van de
uitkering op grond van hoofdstuk 3 van de Wet studiefinanciering 2000. Deze situatie geldt ook
voor de inwonende kinderen, ongeacht hun leeftijd, die een uitkering hebben, dan wel
aanspraak kunnen maken op een uitkering op grond van hoofdstuk 3 van de Wet
studiefinanciering 2000 tot maximaal de hoogte van deze uitkering. Indien het inkomen van de
ten laste komende kinderen uitstijgt boven de in artikel 2a en b genoemde norm wordt de
toeslag van de alleenstaande en de alleenstaande ouder op 10% van het netto minimumloon
gesteld.
Lid 3.
Het gezamenlijk bewonen van een woning levert schaalvoordelen op. Deze schaalvoordelen
treden op omdat de woonlasten kunnen worden gedeeld. De
kosten van huur, heffingen, belastingen, verzekeringen, vastrecht nutsbedrijven
en dergelijke zijn voor personen die een woning delen lager, omdat deze kosten
per woning slechts eenmaal in rekening worden gebracht. Deze schaalvoordelen
worden berekend op 10%. Indien er op enigerlei wijze sprake is van het kunnen
deken van kosten, wordt de toeslag als gevolg van de optredende schaalvoor
delen vastgesteld op 10% van het netto minimumloon.
Artikel 4
Lid 1
De hoogte van de uitkering van alleenstaanden en alleenstaande ouders is afhankelijk van de
mate waarin zij de kosten van het bestaan kunnen delen. Ook
gehuwden kunnen schaalvoordelen genieten wanneerzij de losten van het bestaan kunnen
delen als zij de door hen bewoonde woning niet alleen bewonen. Deze schaalvoordelen leiden
ertoe dat de gehuwdenuitkering wordt verlaagd.
Lid 2
Het gezamenlijk bewonen van een woning levert schaalvoordelen op. Deze
schaalvoordelen treden op omdat de woonlasten kunnen worden gedeeld. De
kosten van huur, heffingen, belastingen, verzekeringen, vastrecht nutsbedrijven
en dergelijke zijn voor personen doe een woning delen lager, omdat deze kosten
ll
toeslagen en kortingen 1 juli 2003