De gemeenteraad bepaalt het beleid en stelt de prioriteiten. Het beleid dient systematisch,
consistent en (indien noodzakelijk) flexibel te zijn. In het geval er sprake is van bijzondere of
onverwachte omstandigheden van de zijde van het College van B W, c.q. de bedrijfsleider
van het sportcomplex, en/of van de gemeenteraad dan moet men hier gemotiveerd van af
kunnen wijken: flexibiliteit.
Accommodatie
In het algemeen geldt in Nederland, dat gemeenten voorwaarden scheppen voor sportbeoefe-
ning; zij stichten de accommodaties en beheren en onderhouden deze veelal. Het laatste
decennium staat deze taak echter ter discussie.
In de gemeente Leeuwarderadeel is deze tendens waameembaar. Als gevolg van teruglopende
financiele middelen kijkt de gemeenteraad kritisch naar de bedrijfsvoering en exploitatie van
het sportcomplex.
Het op peil houden van alle accommodatie onderdelen vraagt forse financiele inspanningen.
De haalbaarheid van het streven naar handhaving en verbetering van het kwaliteitsniveau, zal
mede worden bepaald door de bereidheid en de mogelijkheid van de (potentiele) gebruiker
mee te werken aan een proces van toenemende participatie en mede- verantwoordelijkheid van
de verenigingen bij bijvoorbeeld verhuur.
De genoemde ontwikkelingen hebben geleid tot het formuleren van de volgende
uitgangspunten voor het accommodatiebeleid ten aanzien van het sportcomplex:
1 Het huidige voorzieningenniveau (overdekt zwembad, openluchtbad,
Bordinehal en Iehal) wordt beschouwd als basisvoorziening voor de
gemeente Leeuwarderadeel.
2. Het College van B W, c.q. de bedrijfsleider van het sportcomplex,
heeft als taak er zorg voor te dragen, dat de kwaliteit van het
sportcomplex gewaarborgd blijft.
3. Behoud, en waar mogelijk verbetering, van de kwaliteit van het
sportcomplex met afstemming op de zich wijzigende behoeftepatronen
van de sporter. Daarbij zal de vraag centraal staan 'of er voldoende
behoefte bestaaf
Dit zal bepalend zijn voor te nemen acties van het College van B W,
c.q. de bedrijfsleider van het sportcomplex.
4. Verenigingen/gebruikers zullen, indien de mogelijkheden daarvoor
aanwezig zijn, bij de exploitatie van het sportcomplex worden
betrokken c.q. ingeschakeld; in principe een 'gelijke' behandeling
hierbij van elke vereniging.
Daarbij wordt uitgegaan van het principe dat hieraan zowel voor de
gemeente als de verenigingen voordelen verbonden zijn.
5. Er wordt gestreefd naar een optimale bezetting c.q. bespeling van het
sportcomplex. Dit houdt tevens de mogelijkheid in dat verenigingen
van sportaccommodatie (onderdeel) dienen te veranderen in het geval
er sprake is van een niet optimale bezetting.
6.
Continui'teit in de exploitatie van het sportcomplex.
