Werkwijze van de commissie
Artikel 3
1De commissie baseert haar bevindingen als in artikel 1 bedoeld op de informatie over de
sollicitanten die haar door de Commissaris van de Koningin is verstrekt, alsmede op de
informatie die de commissie ontleent aan de gesprekken die zij voert met de kandidaten.
2. De commissie voert de in lid 1 van dit artikel bedoelde gesprekken met de door de
Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaten.
3. Indien de commissie besluit een door de Commissaris van de Koningin geselecteerde
kandidaat niet te ontvangen, worden de Commissaris van de Koningin en de kandidaat
door de commissie schriftelijk van haar beslissing op de hoogte gesteld.
4. De commissie is bevoegd ook niet door de Commissaris van de Koningin geselecteerde
kandidaten die gesolliciteerd hebben, bij haar beoordeling te betrekken.
5. Indien een niet-geselecteerde sollicitant zich rechtstreeks wendt tot de commissie met het
verzoek om door haar te worden uitgenodigd, dan beslist de commissie zo spoedig
mogelijk op het verzoek en stelt de verzoeker schriftelijk op de hoogte van haar
beslissing.
6. Indien de commissie besluit de onder lid 4 en/of lid 5 bedoelde sollicitant bij haar
beoordeling te betrekken, meldt zij dit direct aan de Commissaris van de Koningin.
Inlichtingen
Artikel 4
1De commissie verschaft zich door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin
door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.
2. De commissie wint noch mondeling noch schriftelijk inlichtingen omtrent de kandidaten
in bij derden.
Wijze van vergaderen van de commissie
Artikel 5
1De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk
achten.
2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste vier dagen tevoren,
aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.
Artikel 6
1De commissie vergadert niet, indien niet tenminste de helft van de leden aanwezig is.
2. De opvatting bedoeld in artikel 1, worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld.
3. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de schriftelijke rapportage aan de
Commissaris der Koningin vermeld.
4. Bij staking van stemmen over de uit te brengen opvattingen wordt het nemen van een
beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet
mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen
opvattingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie ter
kennis van de Commissaris der Koningin gebracht.