2. Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een nota rioleringsplan aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbrei-ding van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystema-tiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden. 3. Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een nota onderhoud gebouwen aan ter behan-deling en vaststelling door de raad. De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen en eveneens de normkosten-systematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden. 4. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoede-ren verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig on-derhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering, gebouwen. Artikel 19 Financiering Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van: a. de kasgeldlimiet; b. de renterisico norm; c. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar; d. de rentevisie en e. de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie. Artikel 20. Bedrijfsvoering Het college stelt tenminste eenmaal in de vier jaar een nota bedrijfsvoering vast. De nota wordt ter kennisgeving aan de raad gezonden. In de nota wordt speciale aandacht geschonken aan de relatie tussen het gemeentelijk apparaat en de inwoners van de gemeente. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele on-derwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen. Daarbij wordt speciale aandacht gegeven aan: a. aantal personeelsleden in dienst, onderverdeeld naar leeftijd en beloningsschaal; b. de instroom, uitstroom en het ziekteverzuim van het personeel; c. de directe loonkosten; d. de personeelskosten; e. de kosten inleenkrachten; f. de kosten van ingehuurde extemen; g. de huisvestingskosten; h. de automatiseringskosten; 14

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 28