2001
2002
Algemene bestaanskosten
45
50
-waarvan toegekend
28
45
-waarvan afgewezen
5
-waarvan ingetrokken
12
4
-waarvan buiten behandeling
gelaten
1
Bijzondere bestaanskosten
24
34
-waarvan toegekend
19
32
-waarvan afgewezen
1
-waarvan ingetrokken
4
2
Bijstandsbesluit zelfstandi-
4
2
gen
-waarvan toegekend
2
2
-waarvan afgewezen
- waarvan buiten behandeling
gelaten
1
1
IOAW/IOAZ
4
10
-waarvan toegekend
3
10
-waarvan afgewezen
1
Totalen
77
96
In het beleidsplan 2002 werd een schatting gemaakt van het aantal aanvragen in
2002. Hierbij werd uitgegaan van een totaal van 57 aanvragen (Abw, Bbz, loaw en
loaz). Gesteld kan worden dat door de toename van de bijzondere bijstandsaanvra-
gen dit aantal ver overschreden is. De toename van het aantal aanvragen bijzondere
bijstand is waarschijnlijk een gevolg van het feit dat in 2002 meer voorlichting gege-
ven is over de bijzondere bijstand tijdens de intakefase en de heronderzoeken.
De kostensoort van de bijzondere bijstandsaanvragen zijn erg divers, zodat niet ge
steld kan worden dat een bepaalde bijzondere bijstandsvoorziening extra aandacht
heeft gekregen. Daarnaast blijkt uit onderzoek ook dat de aanvragen voor de bijzon
dere bijstand allemaal zijn ingediend door mensen die reeds een uitkering van de
gemeente ontvangen.
Een aanvraag voor een bijstandsuitkering verloopt sinds begin 2002 via het CWI in
Leeuwarden. Dit geldt ook voor personen die een loaw uitkering aanvragen. De aan
vraag start via een intakegesprek. Tijdens dit gesprek worden die persoonlijke gege-
vens gevraagd die voor een eerste beoordeling van de aanvraag van belang zijn.
Daarna wordt een afspraak gemaakt voor een vervolggesprek (de uitkeringsintake).
Tijdens dit vervolggesprek wordt alle informatie die nodig is voor de beoordeling van
de aanvraag doorgenomen. Op basis van de beschikbare informatie die het CWI
heeft verzameld wordt uiteindelijk door de gemeente bepaald of iemand recht heeft
op bijstand en wordt een beslissing genomen over de toelating tot de bijstand. Ver-
volgens wordt de hoogte van de uitkering vastgesteld, op basis van de geldende
norm, eventueei vermeerderd met een toeslag of verminderd met een korting.
2.3 Aantallen
In de regel wordt het aantal clienten gemeten per 31 december van het jaar. Evenals
in voorgaande jaarverslagen is voor dit onderdeel gekozen voor het aantal clienten