Reactienota bij de inspraakprocedure voor het Milieubeleidsplan.
Algemeen:
De reactietermijn binnen de inspraakprocedure voor het Milieubeleidsplan verliep op 24
december 2003. Tijdens de ter inzagelegging zijn de volgende reacties binnengekomen.
1door plaatselijk belang Stiens.
2. door de VROM-Inspectie.
3. door de gemeente Leeuwarden. A
4. door de gemeente Ferwerderadiel.
De onder 1 genoemde reactie was schriftelijk en is behandeld tijdens een op 10 december
2003 gehouden inspraakavond. De reactie is, samen met het verslag van de inspraakavond, bij
dit advies gevoegd.
De onder 2 genoemde reactie werd schriftelijk ingediend op 25 augustus 2003, dit n.a.v. een
toezending van het toen opgestelde conceptplan op verzoek van de Inspectie. Omdat het
definitieve plan niet sterk afwijkt van de toenmalige tekst heeft de Inspectie telefonisch laten
weten dat zij haar eerdere reactie handhaaft als zienswijze ziet binnen de inspraakprocedures.
Ook deze reactie is bij dit advies gevoegd.
De onder 3 genoemde reactie was telefonisch en leidt niet tot een formele zienswijze over de
inhoud..
De onder 4 genoemde reactie was niet inhoudelijk en behoeft verder geen behandeling.
Verder moet bij het opstellen van de definitieve tekst voor het plan nog rekening worden
gehouden met hetgeen in September 2003 schriftelijk door de WD-ffactie werd ingebracht. e
Ook deze reactie is als zienswijze bij de stukken gevoegd. v
Ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen kan het volgende worden opgemerkt:
1. Plaatselijk belang (Pb). (voor de volledige inhoud van deze zienswijze en het verslag van
de inspraakavond wordt verwezen naar de bijlagen)
De onder punt 2 toegezegde begrippenlijst is bij dit advies gevoegd; het gebruik van
voetnoten zal bij het opstellen van de definitieve tekst als aandachtspunt worden
meegenomen.
Verder leiden de gemaakt^opmerkingen niet in eerste instantie tot het aanpassen van het plan.
Wei klinkt in de zienswijze door dat men het ambitieniveau van het plan te laag vindt.
Dit blijkt ondermeer uit de suggestie om naast een term als "behoud" ook termen als
"verbetering", "versterking" en "uitbreiding" te gebruiken.
De onder punt 5 gestelde vraag met betrekking tot de wens om te komen tot het reduceren van
de verkeersdruk in het centrum van Stiens is getoetst aan de opstelling die is gekozen bij de
ontwikkeling van het centrumplan. In het centrumplan wordt ook uitgegaan van het
verkeersluw maken van het centrum. De locatie van de gekozen parkeergelegenheden is, in
combinatie met de geplande aanrijdroutes, zodanig dat hierdoor het centrum voor doorgaand
verkeer wordt gemeden. Dit effect zal nog worden versterkt door de wijze van inrichting van
