blz.9 3.3.3. Geluidsoverlast evenementen in het centrum: De kermis moet blijven!!. Hoogstens kan er iets aan de volumeknop worden gedraaid, maar een geluidssterkte van een fanfarekorps op enkele meters afstand is wel het minste wat moet worden getolereerd voor een tijdelijke (enkele dagen) durend evenement. blzl 1.4.4 Hier- en op biz 12 bij punt 7.5.3.1 worden gebieden bij naam genoemd en voorzien van waarden en doelen rechtstreeks betrekking hebbende op deze gebieden. Hoort het nu juist niet tot een uitvoeringsplan om op de plek geente criteria op te stellen biz. 12 7.5.3.1 a. Ruimtegebruik: Compact bouwen. Wil iedere ondememer geen ruimte voor uitbreiding op zijn terrein?. Hoe compact is dan compact? b. Beperking visuele hinder. Hoe wil men dat daadwerkelijk bewerkstelligen? Overal in Nederland ziet men lelijke bedrijventerreinen langs de wegen, camoufleren is uitsluitend mogelijk door inpaklren dmv struikgewas, dat op zijn beurt ook weer visuele hinder in een open landschap oplevert. Het huidige bedrijventerrein Middels6 heet een singel van bomen die op zich zelf niet lelijk zijn maar de lelijkheid van de bebouwing niet vermindert. Wat bedoelt het rapport eigenlijk te zeggen omtrent dit punt? biz 14 7.5.3.2 Voor de bestaande woningen willen wij via de pla. mogelijkheden en wet mil.beheer de situatie beheersen. Wat moet een bewoner zich hierbij voorstellen?? biz. 14.7.5.3.3 Voor wie en wnneer is er hinder bij de ZPC?? In onze beleving is de hinder van de bevoorrading van de supermarkten voor meer bewoners in de directe omgeving veel groter. Kan er een vergelijking plaatsvinden?? biz. 17 4.7.2.1 Behoud huidige milieunormen: Dit is typisch een voorbeeld waar het woord versterking als toevoeging op zijn plaats is. 2.2 geen onacceptabele overlast van zwerfvuil; Middelen van handhaving??? biz. 17 4.7.3.1 De huidige milieukwaliteit behouden, met dien verstande dat de gemeente geen extra milieumaatregelen gaat treffen bovenop de wettelijke verplichtingen. bcmibchccr te voercn (TL.D. is hot liiermee van harto oono ovorigons). -Zijn or geen bermen voor genoomd boheor in hot buitongebicd? 0% p:' Ais het ergens wel is dan is het in dec buitengeoied waar uitbreiding en versterking van natuur op een logische wijze kan plaatsvinden. Met in het achterhoofd de koers die het min van Landbouw wil inslaan m.b.t. meer kwaliteit en minder kwantiteit van onze landbouwproducten, komt er in de toekomst meer Vang voor de kleinschalige en wllicht biologische landbouw, wat kansen biedt op natuurherstel. Is het als anticipatie hierop mogelijk om versterking, verbetering, uitbreiding als toekomstige mogelijkheden in het beleidsplan op te nemen? (Dit beleidsplan is toch toekomstgericht?) Wat ontbreekt in het rapport v.w.b. het buitengebied zijn: Akkerbouw en (Glas)tuinbouw. Zijn voor het eerste geen bedrijfsgerichte milieuaspecten te benoemen? Zijn er voorwaarden voor het tweede, met name de glastuinbouw niet noodzakelijk omdat het in onze gemeente niet zal plaatsvinden? (Met name dient men in dit verband te denken aan lichthinder) blz.22 3.8.12 Stimuleren duurzaam bouwen. Het rapport gaat bij duurzaam bouwen uitsluitend uit van keuze van materialen en hergebruik cq recycling. Minstens zo belangrijk is de mogelijkheid van verandering van een bouwwerk in de toekomst, zonder het geheel te slopen. Hiervoor is het nodig dat gebouwen een heldere, eenvoudige stmctuur bezitten en dat door constructiekeuze en doordachte leidingvoering een flexibiliteit ontstaat die herindeling en eventueel uitbreiding eenvoudiger maakt. In aansluiting op de 3 genoemde voomemens en met name punt 2 "informeren betrokkenen" zou moeten worden gedacht aan een klein voorlichtingscentrum waar verschillende materialen en constructies kunnen worden getoond en vroetijdig overleg met bouwheren, architecten en aannemers over de wensen (over bijv. FSC-hout) die de gemeente heeft. Met enige inzet kan dat leiden tot de kwalificatie van de meest duurzame gemeente. Stiens, 10 december 2003. •a.Frgpn<! anHprc in hrt rappnrt WOldt gPmplH rlat rip ormrrntr van pjpr, js r>m ffemnmr nnhmrwir n.tnlijl

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 52