Verslag inspraakavond concept-Mllieubeleidsplan datum: 10 december 2003 Aanwezig: namens het bestuur van Plaatselijk Belang Stiens, de heren A.v/d Meer, G.v/d Meulen en J.Bams. namens de gemeente, wethouder J.W. Admiraal (voorzitter) en HHiemstra (behandelend ambtenaar/tevens notulist). De voorzitter heet de aanwezigen welkom. De insprekers overleggen een schriftelijk stuk "Inspraaknotitie concept Milieubeleidsplan". Deze notitie is aan dit verslag gehecht en vormt hiervan de basis. Tevens wordt deze notitie, beschouwd als schriftelijke zienswijze van Plaatselijk belang. De behandeling van de vragen geschiedt puntsgewijs, voor de letterlijke tekst van de vragen wordt verwezen naar de notitie van Plaatselijk Belang.. 1Het Milieubeleidsplan had eerder of langer ter beschikking moeten worden gesteld. De insprekers schetsen de situatie waarin het bestuur van Plaatselijk Belang zit als dergelijke stukken aan de orde zijn. Gezien de structuur van de organisatie is het naar hun mening nodig een dergelijk stuk minimaal twee maanden ter beoordeling te hebben. Met nadruk wordt er op gewezen dat dit ook geldt voor andere gevallen. De voorzitter zegt toe dit punt intern als aandachtspunt te zullen meenenen. 2. Een verantwoording van gebruikte begrippen achterin het rapport wordt gemist. De vraag is waaraan bepaalde, gehanteerde begrippen moeten worden gerelateerd. Ook als zaken nog via nadere uitwerkingen later zullen worden ingevuld vindt men het wenselijk dat dit (b.v. via een voetnoot) wordt aangegeven. In de notitie wordt tevens de suggestie gedaan om daar waar gesproken wordt van "behoud" ook "verbetering", "versterking" of "uitbreiding" te gebruiken. De suggestie over een begrippeeilijsi en het toepassen van voetnoten zal worden overgenomen. De tweede opmerking/suggestie heeft te maken met het ambitieniveau in het plan en wordt als signaal meegegeven. 3Systematische vergunningverlening en handhaving. De vraag of inzichtelijk kan worden gemaakt hoe dit gebeurt wordt beantwoordt door H.Hiemstra via een korte uitleg over het daartoe gehanteerde bedrijfsbeheersysteem en de daaraan verbonden categorisering van bedrijven. Deze uitleg wordt door de vragenstellers als voldoende beschouwd. 4. Milieu een volwaardige plaats geven. Genoemd voorbeeld, het te ontwikkelen Groenbeheerplan. Gewezen wordt ondermeer op de tegenstelling die er lijkt te zijn met recent eerder gedane uitspraken over een Groenbeheerplan. Men vraagt zich dan ook af of de gemeente de geformuleerde voorkeur op bladzijde 7 "de voorkeur gaat uit naar verbindingen tussen de verschillende groene elementen" wel waar zal kunnen maken. Verder wordt er op gewezen dat een dergelijk Groenbeheerplan aan bepaalde eisen zal moeten voldoen. Zal er b.v. ook sprake zijn van een bewuste plantenkeuze in relatie tot het scheppen van meer biodiversiteit? Ook wordt de suggestie gedaan oude bomen op een monumentenlijst te plaatsen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2004 | | pagina 55