Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005Artikelsgewijze toelichting
over de vaststelling van het programma als bedoeld in paragraaf 2.3 van de verordening, al ter be-
sluitvorming bij de raad ligt, dan wel de betrokken raadseommissie(s) zal hebben gepasseerd.
Er is nog een andere mogelijkheid denkbaar, namelijk dat achteraf wordt geconstateerd dat uitvoe-
ring van de op het programma geplaatste voorziening wegens gewijzigde omstandigheden (in casu
een tegenvallend resultaat van de leerlingtelling) geen doorgang vindt (zie bijvoorbeeld artikel 16,
derde lid). Met deze mogelijkheid moet men bij voorkeur terughoudend omgaan, zeker wanneer de
gewijzigde omstandigheid zich nog aan de vooravond van de programmavaststelling manifesteert
en er in procedureel opzicht rekening kan gehouden met deze mogelijkheid.
lid 5
In het geval zoals omschreven in het vierde lid, beslist de gemeenteraad in het kader van het pro
gramma over het buiten behandeling laten van de aanvraag.
Artikel 8 Opgave ingediende aanvragen
Dit artikel is een direct uitvloeisel van het wettelijk uitgangspunt om ook in procedureel opzicht het
openbaar en bijzonder onderwijs op gelijke voet te behandelen. De opgave van de ingediende aan
vragen geeft alle bevoegde gezagsorganen inzicht in wat er aan aanvragen ligt, zowel vanuit het
bijzonder als vanuit het openbaar onderwijs. Er kunnen daarmee niet naderhand nog aanvragen
worden toegevoegd.
Bij het vooroverleg over de vaststelling van de verordening kan met de schoolbesturen worden af-
gesproken om deze informatieverstrekking per onderwijssector (basis-, speciaal en voortgezet on
derwijs) te regelen. Zo zal een bestuur voor voortgezet onderwijs niet altijd ge'interesseerd zijn in
welke huisvestingswensen er precies leven in het basisonderwijs.
Artikel 9 Toelichting aanvraag; overleg over ingediende begroting
Lid 1
Deze bepaling is met name opgenomen om de mogelijkheid een nadere toelichting/verduidelijking
te vragen of te geven over de op zich complete aanvragen in tijd bezien te beperken. Dit gebeurt
met het oog op een effectief verloop van de verdere procedure op weg naar de vaststelling van het
programma. Met deze bepaling wordt bijvoorbeeld voorkomen dat het overleg als bedoeld in artikel
10 onnodig belast wordt door allerlei vragen over onduidelijkheden in de aanvragen. De datum van
1 mei is gekozen teneinde het college voldoende mimte te bieden voor het opstellen van een ont-
werpvoorstel voor het programma en het overzicht.
Lid 2
Ten aanzien van een voorziening waarvan de uiteindelijke vergoeding ingevolge artikel 4, derde lid,
laatste volzin, gebaseerd wordt op de werkelijke kosten zal in eerste aanleg worden gewerkt met een
raming van de kosten. De bepaling in dit lid regelt dat er overleg plaatsvindt tussen de aanvrager en
het college indien de gemeente daartoe aanleiding ziet in de door de aanvrager overgelegde begro
ting. Het college kan na toetsing van deze raming van oordeel zijn dat de begroting op een of meer
onderdelen bij stelling behoeflt.
Uiteindelijk bepaalt het college de hoogte van de geraamde kosten zoals deze, al dan niet bijgesteld,
wordt voorgesteld in het kader van de vaststelling van het gemeentelijk huisvestingsbudget en het
daaruit voortkomende programma.
Artikel 10 Overleg programma en overzicht; advies Onderwijsraad
Lid 1-4
Met deze leden wordt de in de wet opgenomen verplichting ingevuld dat de gemeente niet dan na
overleg met het onderwijsveld overgaat tot de vaststelling van een huisvestingsprogramma.
aanpassingen tot en met VNG-ledenbrief (Lbr.02/104) 16 augustus 2002
- TV 11 -