Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005
Artikelsgewijze toelichting
Onder het overleg is ook vervat de hoorplicht ingevolge de Awb van de aanvragers. Omdat de aan-
vrager bepaalt hoe hij gehoord wil worden, moet gelegenheid worden gegeven om de standpunten
ook schriftelijk kenbaar te maken. Gezien het karakter van het overleg (met alle bevoegde gezags-
organen) moeten degenen die wel aan het overleg deelnemen weten wat de schriftelijke standpunten
inhouden, zodat ze daar eventueel op kunnen reageren.
Overigens verdient het aanbeveling om in het overleg dat voorafgaat aan de vaststelling van de ver
ordening na te gaan hoe dit overleg praktisch het best kan worden ingericht. Zo is het bijvoorbeeld
denkbaar om voor gemeenten die beschikken over een breed spectrum van onderwijssoorten, het
overleg per sector in te richten (primair en voortgezet onderwijs).
Daamaast kan worden vastgesteld of het hier bedoelde overleg over de onderwijshuisvesting inge-
bed wordt in een mogelijk breder gestructureerde overlegvorm in het kader van het lokaal onder-
wijsbeleid.
Lid 5-9
De wet bepaalt dat de Onderwijsraad om advies wordt verzocht wanneer een bevoegd gezag de ge-
meente daarom vraagt, dan wel wanneer de gemeente uit eigen beweging hiertoe overgaat (zie bij
voorbeeld artikel 102, lid 6 WPO). De Onderwijsraad brengt binnen vier weken zijn advies uit. Het
advies wordt tegelijkertijd met het programma bekend gemaakt. Op de advisering door de Onder
wijsraad is van toepassing hetgeen in algemene zin over advisering is geregeld in de Awb. In dit
verband is met name het bepaalde in artikel 3:6, tweede lid, artikel 3:7 en artikel 3:50 van belang.
Zo kan op grond van artikel 3:6, tweede lid de gemeenteraad het programma vaststellen indien de
Onderwijsraad het advies niet binnen vier weken uitbrengt. Op grond van artikel 3:7 is de gemeente
gehouden, al dan niet op verzoek, de gegevens beschikbaar te stellen die de Onderwijsraad nodig
heeft voor het uitbrengen van advies. Wanneer de raad afwijkt van het advies van de Onderwijsraad
worden ingevolge artikel 3:50 Awb de redenen daarvan vermeld in de motivering.
In de leden 5 t/m 9 is in procedurele zin aangegeven op welke wijze de Onderwijsraad kan worden
ingeschakeld voor het inwinnen van advies over de vaststelling van het huisvestingsprogramma in
relatie tot de aspecten van de vrijheid van richting en vrijheid van inrichting. Hierbij is aangesloten
op de procedurele lijn zoals die van toepassing is op de inschakeling van de Onderwijsraad bij de
vaststelling of wijziging van de huisvestingsverordening (zie artikel 7 met de daarbij behorende
toelichting van de VNG-modelverordening procedure overleg huisvesting)
Volgens de wet is het de gemeenteraad die tijdens het overleg over het programma kan besluiten
'uit eigen beweging' een verzoek om advies in te dienen bij de Onderwijsraad. Op grond van het
vijfde en het zevende lid delegeert de raad dit aan het college. Dit sluit ook aan op de (voor de hand
liggende) keuze om ook het voeren van het overleg over het programma over te laten aan het colle
ge.
In lid 6 is bepaald dat alle deelnemers aan het overleg in de gelegenheid worden gesteld hun ziens-
wijze te geven over de inhoud van een (voorgenomen) verzoek om advies aan de Onderwijsraad.
Dit tegen de achtergrond dat iedereen erbij gebaat is dat duidelijkheid bestaat over de beweegrede-
nen bij een, meer of alle partijen om zich tot de Onderwijsraad te wenden. Deze gedachtewisseling
laat uiteraard het recht van een individueel schoolbestuur of van de gemeente om de Onderwijsraad
in te schakelen, ook wanneer de andere overlegpartners daaraan geen behoefte hebben, onverlet. De
zienswijzen van de schoolbesturen dienen schriftelijk te worden vastgelegd omdat de Onderwijs
raad bij zijn oordeelsvorming over een verzoek om advies ook afwijkende meningen zal willen be-
trekken.
Ingevolge de wettekst is het de gemeenteraad die in alle gevallen de Onderwijsraad verzoekt om
advies. In lid 7 wordt tot uiting gebracht dat de raad - in navolging van het bepaalde in lid 5 - dit
overdraagt aan het college.
aanpassingen tot en met VNG-ledenbrief (Lbr.02/104) 16 augustus 2002
-TV 12-