Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005
Bijlage I
c het afwezig zijn van een beschikbaar (komend) en geschikt of geschikt te maken
gebouw alsmede van mogelijkheden om door medegebruik binnen 2000 meter
hemelsbreed een passende huisvesting voor de school te realiseren.
Daamaast kan sprake zijn van vervangende bouw als:
a vervanging per saldo geen meerkosten met zich meebrengt, zulks ter beoordeling van
het college;
b vervanging van een gebouw noodzakelijk is als gevolg van een herschikkingsoperatie;
c vervanging in verband met ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening noodzakelijk is.
Indien het voor de realisering van de vervangende bouw noodzakelijk is dat het oude gebouw
moet worden gesloopt, vindt toekenning van sloopkosten plaats.
1.3 Uitbreiding
1.3.1 Uitbreiding met een of meer leslokalen
De noodzaak voor uitbreiding met een of meer leslokalen blijkt uit:
a het feit dat er ten minste een groep leerlingen extra boven de capaciteit van het
gebouw of de gebouwen als vastgesteld op grond van bijlage HI, deel A, aanwezig is;
bl het feit dat de prognose, die voldoet aan de vereisten uit bijlage n, aantoont dat
gedurende ten minste vijftien jaren voor een voor blijvend gebruik bestemde uit
breiding deze groep(en) leerlingen kan (kunnen) worden verwacht of
bl het feit dat de prognose, die voldoet aan de vereisten uit bijlage n, aantoont dat
gedurende ten minste vier jaren voor een voor tijdelijk gebruik bestemde uitbreiding
deze groep(en) leerlingen kan (kunnen) worden verwacht of
b3 het feit dat de laatste teldatum voor het indienen van de aanvraag aantoont, dat er een
of meer groepen leerlingen aanwezig zijn die niet voor maximaal vier jaren binnen het
gebouw of de gebouwen kunnen worden gehuisvest en
c het afwezig zijn van een beschikbaar (komend) en geschikt of geschikt te maken
gebouw alsmede van mogelijkheden om door medegebruik binnen 1.500 meter
hemelsbreed een passende extra huisvesting voor de school te realiseren, terwijl
d evenmin tegen redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, de mogelijkheid
bestaat door gebruikmaking van een bestaand verschil in oppervlakte tussen de
feitelijk aanwezige bruto oppervlakte en de genormeerde bruto oppervlakte, zoals is
vastgesteld op grond van bijlage EI, deel A, geheel of gedeeltelijk inpandig een of
meer benodigde leslokalen te maken.
1.3.2a Uitbreiding basisschool met een tweede speellokaal
De noodzaak voor uitbreiding met een tweede speellokaal blijkt uit:
a het feit dat de basisschool ten minste vijf groepen jongste leerlingen (van vier en vijf
jaar oud) van ten minste 20 leerlingen telt en dat de prognose, die voldoet aan de
vereisten uit bijlage II, aantoont dat gedurende ten minste vier jaren voor een voor
tijdelijk gebruik bestemde voorziening en voor ten minste vijftien jaren voor een voor
blijvend gebruik bestemde voorziening deze groepen leerlingen kunnen worden
verwacht terwijl
b voor het spelen van (een deel van) de vier en vijfjarigen geen gebruik kan worden
aanpassingen VNG (Lbr.02/104) ledenbrief 16 augustus 2002
-BI3 -