w
0
Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005 Bijlage I
gemaakt van een gymnastiekruimte of van een speellokaal van een andere basisschool
of school voor speciaal onderwijs binnen 300 meter hemelsbreed
1.4
Ingebruikneming van een bestaand gebouw
De noodzaak van ingebruikneming blijkt uit:
al
het feit dat de minister de desbetreffende school voor het eerst voor bekostiging in
aanmerking brengt of
a2
het feit dat het huidige gebouw voor vervanging of uitbreiding in aanmerking komt,
terwijl
bl
de te huisvesten groepen leerlingen aanwezig zijn of zullen zijn en dat voor een voor
blijvend gebruik bestemde voorziening de prognose, die voldoet aan de vereisten uit
bijlage n, aantoont dat gedurende ten minste vijftien jaren deze groepen leerlingen
kunnen worden verwacht of
b2
de te huisvesten groepen leerlingen aanwezig zijn of zullen zijn en dat voor een voor
tijdelijk gebruik bestemde voorziening de prognose, die voldoef aan de vereisten uit
bijlage II, aantoont dat gedurende ten minste vier jaren deze groepen leerlingen kunnen
worden verwacht en
c
er binnen 1.500 meter hemelsbreed geen mogelijkheden zijn om door medegebruik
een passende huisvesting voor de school te realiseren;
d
er geen ander, beter geschikt of beter geschikt te maken gebouw aanwezig is of op
korte termijn beschikbaar komt en
e
de kosten van ingebruikneming inclusief aanpassingen in redelijke verhouding, zulks
ter beoordeling van het college, staan ten opzichte van de kosten van vervangende
bouw of uitbreiding.
1.5
Verplaatsing bestaande noodlokalen
De noodzaak van verplaatsing van noodlokalen blijkt uit het feit dat:
a
er op basis van een prognose die voldoet aan de eisen uit bijlage II een tijdelijke
behoefte aan huisvesting voor ten minste vier jaren is, waarin beschikbare lege of
leegkomende noodlokalen op een afstand van meer dan 1.500 meter hemelsbreed
kunnen voorzien, terwijl
b
er binnen 1.500 meter hemelsbreed geen mogelijkheden zijn om door medegebruik
een passende huisvesting voor de school te realiseren en
c
de kosten van verplaatsing redelijk zijn ten opzichte van de kosten van een nieuwe
tijdelijke voorziening voor hetzelfde aantal groepen en dezelfde tijdsduur, zulks ter
beoordeling van het college.
1.6
Terrein
De noodzaak van verwerving of uitbreiding van (een deel van) een terrein blijkt uit het feit dat
voor nieuwbouw, uitbreiding, ingebruikneming of verplaatsing van noodlokalen toestemming
wordt gegeven en verwerving of uitbreiding van (een deel van) een terrein noodzakelijk is om
deze toestemming te effectueren, zodanig dat de oppervlakte van het terrein voldoet aan de
eisen
gesteld in bijlage HI, deel D.
aanpassingen VNG (Lbr.02/104) ledenbrief 16 augustus 2002 - BI4 -