Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005
Toelichting Bijlage I
Indien artikel 7, vierde lid, van de verordening ook van toepassing is verklaard op eerste in-
richting onderwijsleerpakket en meubilair, dan is de passage "de laatste teldatum voorafgaand
aan de indiening van de aanvraag" vervangen door: "de meest recente teldatum".
Onderwijsleerpakket en meubilair werd niet aangemerkt als een voorziening waarop artikel 7,
vierde lid van toepassing kon zijn. De oorspronkelijke formulering behelsde dat voor het be-
palen van de noodzaak altijd wordt gekeken naar de teldatum voorafgaand aan de aanvraag.
Bij de totstandkoming van de modelverordening is er bewust voor gekozen dat onderwijsleer
pakket alleen wordt toegekend op het moment dat de leerlingen feitelijk aanwezig zijn. Dit
behoeft in beginsel niet tot problemen te leiden, omdat bij onverwacht groei van het aantal
leerlingen de mogelijkheid bestaat om via de spoedprocedure (artikel 21 e.v. van de model
verordening voorzieningen huisvesting onderwijs) uitbreiding aan te vragen. Als voorwaarde
geldt dan wel dat de buitenreguliere telling voor de formatie aantoont dat er sprake is van
groei met minstens een groep. De buitenregulier telling is dan de teldatum voorafgaande aan
de indiening van de aanvraag voor de toetsing van de noodzaak.
Vanuit de gedachte dat de spoedprocedure in beginsel beperkt dient te blijven met calamitei-
ten, kunnen problemen ontstaan bij een verwachte groei van het aantal leerlingen. De formu
lering in de verordening betekent dat de teldatum van 1 oktober van het jaar t moet worden
gehanteerd om de raad in oktober/november van het jaar t+1 een besluit te laten nemen over
een eventuele toekenning van onderwijsleerpakket en/of meubilair van het jaar t+2. Hiermee
kunnen toekenningen voor onderwijsleerpakket een half jaar achter de feiten aanlopen - bu
rners, de teldatum van 1 oktober van het jaar t zou per 1 augustus van het jaar t+1 leiden tot
een uitbreiding van de formatie - en is het daardoor niet mogelijk om te anticiperen op de
toekomstige leerlingenontwikkeling.
Met de wijziging, die gebruik maakt van de in de verordening geboden mogelijkheid, kan
worden geanticipeerd op de toekomstige leerlingontwikkelingen. Tevens wordt voldaan aan
het uitgangspunt dat de leerlingen feitelijk aanwezig moeten zijn, wil er een toekenning van
onderwijsleerpakket en/of meubilair plaatsvinden. De noodzaak van de voorziening blijkt uit
het aantal leerlingen op de meest recente teldatum. De meest recente teldatum van 1 oktober
van het jaar waarin het programma wordt gesteld, kan worden gebruikt om te bezien of het
geraamde aantal leerlingen daadwerkelijk op de school aanwezig is (en dus of de noodzaak
van de voorziening wordt aangetoond).
Aanpassingen komen voort uit gewijzigde eisen of wensen. In elk geval zullen aanpassingen
die noodzakelijk zijn om te voldoen aan (nieuwe) wettelijke vereisten (bijvoorbeeld volgend
uit het Bouwbesluit of uit de regelgeving op het gebied van de arbeidsomstandigheden) tot
toekenningen leiden, voor zover niet in overgangsbepalingen bij dergelijke regelingen een
(tijdelijke) vrijstelling is verleend.
Voor het primair onderwijs zijn de aanpassingen uitgezonderd waarvoor een schoolbestuur
rechtstreeks van het rijk een vergoeding ontvangt. Het betreft onder andere het aanbrengen
van een gehandicaptentoilet en het geschikt maken van het gebouw voor gehandicapten.
Onder aanpassing kunnen wel enkele benoemde voorzieningen worden aangevraagd om het
gebouw en/of het terrein toegankelijk te maken voor in hun beweging beperkte gehandicap
ten. Het gaat hierbij om het terrein toegankelijk maken tot en met de entree (met name het
realiseren van een hellingbouw) en het aanbrengen van een traplift bij een meerlaags school-
gebouw.
Aanpassingen om een gebouw (vaak de dislocatie) te kunnen afstoten, bestaan uit het aan
brengen van die voorzieningen in het gebouw die niet aanwezig zijn, maar wel aanwezig wa-
ren in de dislocatie en die noodzakelijk zijn om het onderwijs aan de leerlingen uit het af te
stoten gebouw te kunnen geven. Een integratieverbouwing kan dan bijvoorbeeld bestaan uit:
aanpassingen tot en met VNG-ledenbrief (nr. lbr.02/104) d.d. 16 augustus 2002
-Toelichting BI 6-