Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leeuwarderadeel 2005
Toelichting Bijlage III
aantal, waarvoor deze voorziening noodzakelijk is. In het geval van uitbreiding geldt dat het
verschil in groepen wordt bepaald door het aantal groepen zoals aanwezig was op de laatste
teldatum voor het indienen van de aanvraag en het aantal groepen waarvoor reeds de eerste
aanschaf van het onderwijsleerpakket is bekostigd. Het aantal groepen waarvoor de eerste
aanschaf van het onderwijsleerpakket reeds is bekostigd, wordt bepaald door het aantal groe
pen dat wordt bekostigd bij de aanvang van het schooljaar 1996/1997, tenzij het college kan
aantonen dat voor meer groepen eerste inrichting van het onderwijsleerpakket is gegeven.
In plaats van de teldatum voorafgaande aan de indiening van de aanvraag, is ook mogelijk om
de meest recente teldatum te hanteren voor het toetsen welke omvang de toekenning dient te
hebben. Voor een toelichting op deze mogelijkheid wordt verwezen naar de toelichting bij
bijlage I, onderdeel a, lesgebouwen.
De omvang van de eerste aanschaf van het meubilair of uitbreiding hiervan voor een basis-
school wordt op dezelfde wijze bepaald als de eerste aanschaf of de uitbreiding van het on
derwijsleerpakket. De verstrekking of de bekostiging van het meubilair wordt echter bepaald
door het aantal groepen op basis van het ongewogen leerlingenaantal. Ook voor meubilair kan
de systematiek worden gehanteerd van de "meest recente teldatum".
De omvang van de eerste aanschaf van het onderwijsleerpakket en meubilair of de uitbreiding
hiervan voor een speciale school voor basisonderwijs, wordt bepaald door het aantal groepen
waarvoor deze voorziening noodzakelijk is. In geval van uitbreiding geldt dat het verschil in
groepen wordt bepaald door het aantal groepen zoals aanwezig was op de laatste teldatum
voor het indienen van de aanvraag (of de meest recente teldatum) en het aantal groepen waar
voor reeds eerder aanschaf van het onderwijsleerpakket of meubilair is bekostigd. Het aantal
groepen waarvoor reeds aanschaf van het onderwijsleerpakket of meubilair is bekostigd,
wordt bepaald door het aantal groepen dat wordt bekostigd bij de aanvang van het schooljaar
1996/1997, tenzij het college kan aantonen dat voor meer groepen eerste inrichting van het
onderwijsleerpakket is gegeven.
De omvang van het onderhoud wordt bepaald door de activiteiten die noodzakelijk zijn aan de
buitenzijde van het gebouw zoals deze zijn omschreven in het overzicht "onderhoud primair
onderwijs" door de vervanging van de binnenkozijnen en binnendeuren of door de vervanging
van radiatoren, convectoren en leidingen voor de centrale verwarming of door het totaal van
verschillende van deze activiteiten.
De omvang van de aanpassing wordt bepaald door de activiteiten die strikt noodzakelijk zijn
om het gebouw geschikt te maken voor het geven van onderwijs. Dit houdt in dat slechts die
activiteiten voor bekostiging in aanmerking komen die de normale eisen te stellen aan het
gebouw voor het geven van onderwijs niet overschrijden. De aanpassing kan noodzakelijk
zijn omdat een gebouw in gebruik wordt genomen of omdat de capaciteit van het gebouw
moet worden vergroot voor het creeren van een extra les- of speellokaal. Activiteiten die
noodzakelijk zijn als gevolg van specifieke wet- en regelgeving, bijvoorbeeld, Arbo-eisen
kunnen eveneens voor bekostiging in aanmerking komen. Als een oliegestookte verwarmings-
installatie moet worden vervangen door een gasgestookte installatie komen de meerkosten ten
opzichte van het vervangen van een gasgestookte installatie door een gasgestookte installatie
voor bekostiging in aanmerking. De meerkosten zullen in de meeste gevallen betrekking heb
ben op de noodzakelijke verplaatsing van de installatie.
Voor aanpassing in verband met onderwijskundige vernieuwingen wordt een bedrag beschik-
baar gesteld voor het realiseren van voorzieningen. De aanpassing is gekoppeld aan het aan-
incl. aanpassingen VNG ledenbrief nr. lbr.02/104 d.d. 16 augustus 2002
-Toelichting Bill 7 -