Artikelgewijze toelichting
ArtikeM. Begripsomschrijving
De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende
betekenis als de omschrijving in de Wet werk en bijstand (Wwb), en de daarbij
behorende toelichting/ memorie van toelichting, dan wel in Algemene wet
bestuursrecht (Awb).
Artikel 2. Het afstemmen
Eerste lid
De Wwb verbindt tegenover het recht op een uitkering onder andere de volgende
verplichtingen:
1Het tonen van voldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in
het
bestaan (artikel 18, tweede lid).
2. De plicht tot arbeidsinschakeling (artikel 9). Deze plicht bestaat git twee soorten
verplichtingen:
de plicht om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en
deze te aanvaarden; en
de plicht gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening
gericht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling.
Deze (specifieke) verplichtingen moeten zijn toegesneden op de situatie en
mogelijkheden van de bijstandsgerechtigde (artikel 18 eerste lid van de wet). De
verordening reintegrate, vormt de juridische basis voor opleggen van deze
(specifieke) verplichtingen. Deze verplichtingen moeten in het besluit tot het
verlenen of voorzetten van bijstand zijn opgenomen.
3.De informatieplicht (artikel 17, eerste lid van de wet). Op een uitkeringsgerechtigde
rust de verplichting aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging
mededeling te
doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet
zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op
bijstand.
4. De medewerkingsplicht (artikel 17, tweede lid). Dit is de plicht van
uitkeringsgerechtigden om desgevraagd het college de medewerking te verlenen
die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet. De medewerkingsplicht
kan uit allerlei concrete verplichtingen bestaan.
Artikel 18, tweede lid van de wet noemt een gedraging die in ieder geval een
schending van de medewerkingsplicht inhoudt: 'het zich jegens het college zeer
ernstig misdragen'.
In dit verband dient mee in aanmerking te worden genomen het bepaalde in artikel
36, 6e lid van de wet.
De Wet SUWI legt ook verplichtingen op aan uitkeringsgerechtigden. Het betreft de
verplichting om alle gevraagde gegevens en bewijsstukken aan de Centrale
organisatie werk en inkomen te verstrekken die nodig zijn voor de beslissing door het
college (artikel 28, tweede lid Wet SUWI) en de verplichting om op verzoek of
onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mee te delen aan de
Centrale organisatie werk en inkomen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn