D VEEL TE WINN EN
De tweede bouwsteen: het bestuurliik - ambteliik
samenspel
15
Uit het onderzoek van K+V kwam op dit onderdeel naar voren dat het streefbeeld
van het samenspel tussen bestuurders en ambtenaren gekenmerkt wordt door
trefwoorden als begrip en respect voor elkaars rollen en verantwoordelijkheden en
sturen op afstand met een goede informatievoorziening en verantwoording.
Duidelijke afspraken over resultaten, kwaliteit en kosten gebaseerd op een goed
werkend planning en controlsysteem, zijn daarbij een must.
De Planning en Controlcyclus dient er voor om zowel portefeuillehouder als
sectorhoofd in staat te stellen om een "passende afstand" ten opzichte van elkaar
in te nemen.
De integraliteit binnen de ambtelijke organisatie zal ook zijn weerslag moeten
hebben in het college. Er is immers sprake van collegiaal bestuur en in die zin dient
de invloed van een portefeuillehouder zich niet te beperken tot zijn "eigen"
werkveld. Uiteraard moet ook hier een passende afstand ten opzichte van de
collega-bestuurder in acht genomen te worden, zodat een portefeuillehouder ook
echt gaat over zijn onderwerpen.
De bestuursstijl van de individuele portefeuillehouder en de ambtelijke
managementstijl dienen als geheel daarop te worden afgestemd.
Stand van zaken thans
Met het opzetten van een planning en controlcyclus is reeds een begin gemaakt.
De komende tijd zal dat verder zijn beslag krijgen. Aan het P&C- cyclisch -denken
in de organisatie zal de komende tijd verder aandacht besteed worden, zodat dit
een grotere vanzelfsprekendheid krijgt.
Met de benoeming van clustercoordinatoren en het verschaffen van helderheid
over hun taak en rol is een stap in de goede richting gezet. Als eerste zijn ze
gestart met het per cluster opzetten van een werkplanning met daaraan gekoppeld
de daarvoor vereiste personele inzet.
Duidelijk bleek daar in het algemeen uit dat er meer werk dan personele capaciteit
ligt; zeker wanneer men ook een deel van de uren moet reserveren voor een
flexibele inzet (incidenten en/of de "waan van de dag").
Bestond er enkele jaren nauwelijks enige vorm van delegatie en mandaat, op dit
punt is een ware inhaalslag gemaakt. Daar waar het gaat om besluiten die binnen
vastgesteld beleid en regels afgedaan kunnen worden, geschiedt dat nu onder
mandaat. Dat werkt efficienter en sneller, terwijl de bestuursorganen meer energie
in beleidszaken en vraagstukken kunnen steken. De minder lang geworden B&W
besluitenlijsten zijn daar een bewijs van.