overeenkomsten wel mogelijk. Onze gemeente heeft overigens nog nooit gebruik gemaakt
van het sluiten van dergelijke overeenkomsten, maar wij stellen gelet op de gewijzigde
wetgeving nu wel voor hiervan gebruik te maken, zoals in de nieuwe verordening naar voren
zal komen (zie punt 5).
4. Nieuwe (spoedwet) artikel 49a WRO
Om met name planschadevergoedingsovereenkomsten mogelijk te maken heeft de wetgever
een nieuwe spoedwet opgesteld, volledig luidend:
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (verjaring van en heffing bij
planschadevergoedingsaanspraken, alsmede planschadevergoedingsovereenkomsten).
De wetswijziging is op 16 december 2004 door de Tweede Kamer behandeld en wordt in het
voorjaar van 2005 behandeld door de Eerste Kamer. Naar verwachting zal de wetswijziging
uiterlijk 1 april 2005 in werking treden. Met de wijziging van de procedureverordening zijn
wij dan tijdig ingespeeld op deze wetswijziging. De wetswijziging is als bijlage toegevoegd
(bijlage 2).
De wijzigingen hebben wij voor zover noodzakelijk verwerkt in een nieuwe
procedureverordening planschadevergoedingen, zie hiervoor punt 5. Hieronder zullen wij de
belangrijkste wijzigingen weergeven.
College van B&Wbevoegd in plaats van de gemeenteraad.
Tot op heden was de gemeenteraad bevoegd in planschadekwesties, zowel waar het gaat om
het in handen stellen van een verzoek bij een adviseur als het besluit om het toekennen van
schade. Voortaan wordt het college van B&W beslissingbevoegd. Voordeel hiervan is dat
sneller besluiten genomen kunnen worden. Overigens komt voorgaande tegemoet aan de wens
van uw raad.
Verjaringsterm ijn
In principe kon een planschadeverzoek te alien tijde ingediend worden, ook al heeft de
planologische wijziging ver in het verleden plaatsgevonden. In de wetswijziging is
opgenomen dat een verzoek kan worden ingediend maximaal vijf jaar na het onherroepelijk
worden van het bestemmingsplan of vrijstellingsbesluit. Voordeel hiervan is dat niet
eindeloos een planschadeverzoek kan worden ingediend.
Griffiekosten
Alhoewel het heffen van leges niet meer mogelijk is heeft de wetgever in de wetswijziging
opgenomen dat een recht van €300,- geheven moet worden voor het indienen van een
planschadeverzoek. Dit bedrag kan beoordeeld worden als een soort griffiekosten, net als bij
de Rechtbank. De gemeenteraad heeft de bevoegdheid dit bedrag bij verordening met
tweederde deel te verlagen of te verhogen. Om lichtvaardige verzoeken zoveel mogelijk te
voorkomen stellen wij daarom in de nieuwe procedureverordening voor om het bedrag met
tweederde deel te verhogen tot €500,- (zie punt 5).
De gemeente is verplicht een indiener van een planschadeverzoek te wijzen op deze
verplichting. Indien het bedrag niet binnen vier weken is bijgeschreven of overgemaakt volgt
niet-ontvankelijk verklaring van het verzoek. Het bedrag. wordt geheel teruggestort indien
geheel of gedeeltelijk positief wordt beslist op het verzoek.
Planschadevergoedingsovereenkomsten.
In het nieuwe artikel 49a WRO wordt de mogelijkheid geboden om een overeenkomst te